27 JUNI 1958
349
De heer VAN DEN EEDEN zal zich gaarne scharen aan de zijde van
diegenen, die hun voldoening hebben uitgesproken over de bouw van
deze woningen. In tegenstelling met mejuffrouw Koppelaar vindt spre
ker, dat deze woningwetwoningen met andere woningen in één wijk
moeten worden gebouwd. De aanwezigheid van deze woningen haalt
de stand niet naar beneden.
Wel had spreker in plaats van deze galerijwoningen liever eengezins
huizen gezien en zo zulks niet mogelijk is wat meer variatie in de in
deling en de grootte. Iedere woning heeft thans een slaapkamer voor de
ouders, een voor de jongens en een voor de meisjes. Bestaat een gezin
uit vader en moeder en b.v. 4 jongens en één meisje, dan is er geen
'variatie mogelijk. Dit is wel jammer.
De heer KRAMERS voelt veel voor openbare aanbesteding. Dit is de
laatste tien jaar wellicht niet meer voorgekomen. Van Eijkelenburg heeft
nu het materiaal al ter plaatse en kan daardoor goedkoper werken. Al
met al zit men in een vicieuze cirkel. Men komt niet meer uit het systeem
van onderhandse aanbestedingen op die manier. Spreker is het eens met
de heren Kroon en Mol, dat de Bredase aannemers ook zulk een project
kunnen verwezenlijken. Spreker heeft geen gelegenheid gehad om de
tekeningen te zien, daarom zou hij gaarne vernemen, waar deze woningen
precies gebouwd zullen worden.
De heer VAN BOXTEL zegt eveneens een voorstander van openbare
aanbestedingen te zijn. Hij vraagt zich echter af, of dit nu nog mogelijk
is, nu de cijfers reeds openbaar zijn. Overigens juicht spreker het voor
stel toe, omdat hierdoor weer voorzien wordt in de volkswoningbouw.
Uit de cijfers van het woningnoodbureau blijkt, dat 86,8% van de in
geschrevenen behoefte heeft aan dit soort woningen. Spreker vraagt zich
af of bij de Bredase bouwondernemingen enige serieuze interesse be
staat voor de bouw van woningwetwoningen. Zij hebben zich altijd toe
gelegd op de bouw van premiewoningen. Dit is hun goed recht. Het is
echter niet juist, dat zij nu hun stem verheffen. Spreker juicht het voor
stel toe. De gemeente slaagt er in door dit plan te verwezenlijken, weer
meer bouwvolume te krijgen. Hij hoopt, dat het plan doorgaat, al is hij
geen voorstander van onderhandse aanbesteding.
Mejuffrouw t' SAS deelt mede, dat de afdeling voor openbare werken
in haar geheel met het voorstel akkoord gaat, behoudens een enkele op
merking inzake de functionele indeling van de woningen.
De heer BRINKERHOF is het eens met de opinie van de heer Van
Boxtel over de Bredase bouwondernemers. Hij heeft met ontstelling ken
nis genomen van het schrijven der aannemers, al is hij er ook weer niet
flauw van gevallen. De bouwondernemers hebben nimmer huurwoningen
gebouwd tenzij in opdracht van institutionele beleggers. Het gaat niet
aan, dat zij nu zon kabaal maken. Wat de openbare aanbesteding be
treft, dienaangaande had het voorstel van burgemeester en wethouders
wel wat duidelijker kunnen zijn. Spreker heeft de motieven van de onder
handse aanbesteding gelezen in de stukken, welke aan de afdeling van
openbare werken zijn overgelegd. Ook uit het betoog van de wethouder
is wel gebleken, waarom geen openbare aanbesteding mogelijk is.
De heer VERMEULEN merkt op, dat hij altijd gepleit heeft voor
openbare aanbesteding. Thans kan de raad weer niets anders doen, dan
maar akkoord gaan met het onderhavige voorstel. In de vorige vergadering
hebben burgemeester en wethouders nog toegezegd zo mogelijk altijd