27 JUNI 1958
353
te doen. Spreker kan niet begrijpen, waarom andere bouwers dit project
niet zouden kunnen verwezenlijken.
Of, zoals de heer Brinkerhof heeft gezegd, de Bredase bouwonderne
mers nimmer interesse hebben getoond voor de bouw van etagewoningen
voor de verhuur, is zeer de vraag. Zij bouwden premiewoningen voor
de verkoop, waarin voor hen meer winst zat. Zolang zij hierin een taak
hadden te vervullen was het hun goed recht zich niet met de bouw van
andere woningen in te laten. Nu de premiebouw terugloopt kunnen zij
terecht moeite doen om voor een project als het onderhavige in aan
merking te komen. Dat zij het niet aan zouden kunnen, kan spreker niet
beoordelen. Spreker vindt het helemaal niet leuk, dat de raad hier een
afgerond concept-besluit voor de neus krijgt. Enige discussie-mogelijkheid
is er niet meer. Aan het ontwerp-besluit ontbreekt een goede basis.
Gaarne zou spreker willen weten of de wethouder er ook zo over denkt
en of hij ook niet van mening is, dat het niet aangaat de raad telkens
weer voor een voldongen feit te zetten. Tegen continubouw bestaat geen
bezwaar, maar dan met een behoorlijk contract, waarin de raad zijn
woordje kan meespreken. Het voorstel zoals het er nu ligt moet spreker
daarom afwijzen.
De heer KROON heeft uit de woorden van de wethouder begrepen,
dat er een morele binding is tussen Van Eijkelenburg en de gemeente,
omdat er destijds een afspraak is gemaakt, dat Van Eijkelenburg met
het ene karwei kon doorgaan als het andere gereed was. Toch is er een
hiaat geweest, waarin het mogelijk is geweest deze band met Van Eijke
lenburg te verbreken, nl. V2 jaar geleden, toen woningwetbouw niet
mogelijk was. Burgemeester en wethouders hebben toen van deze
gelegenheid geen gebruik gemaakt. Het gaat bij spreker in de eerste
plaats om de goedkoopte van openbare aanbesteding. Het is thans toch
wel moeilijk om tegen te stemmen. Spreker wenst echter uitdrukkelijk te
stipuleren, dat dit de laatste keer zal zijn, dat hij zulk een voorstel ac
cepteert. Liever zou hij zien, dat burgemeester en wethouders het voor
stel terugnamen en zouden trachten een andere modus te vinden.
De heer VAN BIJNEN vraagt, of in het uitbreidingsplan Boeimeer
N.W. met de bouw van woningwetwoningen met lage huurprijzen reke
ning is gehouden. Spreker heeft toch het gevoel, dat de bouwonderne
mers hier nadeel wordt berokkend. Spreker vraagt zich af, wanneer de
gemeente van deze band met Van Eijkelenburg af zal zijn. Als er werke
lijk een hiaat is geweest, zoals de heer Kroon heeft gesteld, hadden
burgemeester en wethouders deze gelegenheid moeten aangrijpen.
Wethouder JONGBLOED antwoordt, dat vorig jaar bleek, dat er
geen woningwetwoningen konden worden gebouwd. Aan Van Eijkelen
burg is toen voorgesteld, dat hij de onderhavige woningen zou bouwen
als premiewoningen. Dit kon hij echter niet. Nu de mogelijkheid bestaat,
dat deze woningen als woningwetwoningen kunnen worden gerealiseerd
is Van Eijkelenburg de aangewezen man om ze te bouwen. Dat de
gemeente deze woningen kan bouwen is een meevaller, waarop andere
gemeenten jaloers kunnen zijn. Gaat de bouw niet door, dan is het plan
van de baan. Uitvoering als premiewoningen geeft hetzelfde resultaat,
doch de woningen zijn belangrijk duurder. In de tijd, dat er geen
woningwetwoningen konden worden gebouwd, zijn er geen aanvragen
van andere bouwondernemers ingekomen om deze woningen als premie
woningen te bouwen. Spreker meent, dat de Bredase aannemers Van
Eijkelenburg niet meer als een niet-Bredase aannemer beschouwen. Het
resultaat van de besprekingen met Van Eijkelenburg is geweest, dat