16 JULI 1958 373 nodig, zodat ook als de raad thans het voorstel accepteert, nog maar op het nippertje met het werk kan worden begonnen. De heer COSIJN zegt, dat de raad niet weet welke firma de ver warmingsinstallatie heeft geleverd. Kan dit voorstel niet gesplitst worden, zodat de raad het krediet verleent zonder het werk aan iemand op te dragen. De VOORZITTER zegt, dat de gemeente met de opdracht niets te maken heeft. Dit is een taak van de woningbouwvereniging. De heer VERMEULEN zegt, dat hij na het antwoord van de wet houder in tweede instantie meer of minder geïrriteerd is. Hier ligt weer zo'n voorstel van burgemeester en wethouders: aannemen, een andere mogelijkheid is er niet. De raad is hier weer in een dwang positie. Hij moet hier beslissen over overheidsgeld en kan niets an ders doen, dan dit geld uitgeven. Vast staat, dat voor deze kwestie de woningbouwvereniging verantwoordelijk is. Het staat voor spre ker vast, dat er een sanctie bestaat op het onoordeelkundig gebruik van overheidsgeld door een woningbouwvereniging. Het gaat toch niet aan, dat de overheid alsmaar gelden suppleert, zonder dat er iemand ter verantwoording kan worden geroepen. Spreker heeft compassie met de bejaarden, doch hij vindt het jammer, dat de raad wederom in een dwangpositie is en het hoofd moet buigen. Mevrouw VAN MIERLO vraagt of de woningbouwvereniging zo laat met haar verzoek is gekomen, of dat de raad het stuk buiten haar toedoen zo laat heeft gekregen. Voorts zou zij gaarne een niet geïnteresseerde deskundige als ad viseur ingeschakeld zien. Wethouder JONGBLOED antwoordt, dat hij niets kan garanderen. De woningbouwvereniging heeft de aanvrage te laat gedaan. Burge meester en wethouder streven er naar te voorkomen, dat de raad niet in vrijheid kan beslissen. Burgemeester en wethouders zullen nagaan wat er gebeurd is. Er zit al een hele geschiedenis aan vast. Spreker zegt de raad toe, dat hij hierover nader zal horen. Misschien is er een tegemoetkoming te verwachten van de firma, die de ver warmingsinstallatie heeft aangelegd, maar op meer moet de raad niet hopen. Hierna wordt gestemd over het voorstel van de heer Mol om het voorstel nu niet aan te nemen en eerst de vraag te onderzoeken wie verantwoordelijk is. Dit voorstel wordt verworpen met 10 tegen 20 stemmen. Vóór stemden de heren Toxopeus, Vermeulen, Rattink, Van Tole do, Mendes, Kroon, Van Gisbergen, Kools, Wezenbeek en Mol. Tegen stemden mevrouw van Mierlo, mevrouw Slot, mej. Kop pelaar en de heren Spanjer, Brinkerhof, Meijs, Nieuwlaat, Ver schuren, Van de Noort, Stubenrouch, Van Bijnen, Bliek, Van Box tel, Lauwerijssen, Jongbloed, Cosijn, Van Horssen, Romsom, Kra mers en Kamphuys. Vervolgens wordt het voorstel van burgemeester en wethouders aangenomen. 12. Huurnivellering woningwetwoningen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 373