374 16 JULI 1958 De heer VERMEULEN zegt, dat thans een punt aan de orde is, dat hem al jaren lang achtervolgt. Het is onjuist, dat er huurwonin gen zijn, die gelijke gebruikswaarde hebben doch ongelijke huur. Hij betwijfelt of burgemeester en wethouders bij de centrale overheid gedaan kunnen krijgen, dat het rijk een hogere bijdrage verleent om de huurnivellering door te voeren. Indien er iemand naar Den Haag gaat om dit te bespreken zal hij de zaak uitstekend moeten kunnen verdedigen. Een woningbouwvereniging in Breda heeft woningwet woningen gebouwd, welke aan huur doen 9,in de week. Dezelfde woningen, thans gebouwd, gaan 16,per week kosten. Dit ver schil a 7,— voor precies dezelfde woningen is niet juist. Spreker weet dat hiervoor allerlei redenen zijn, doch voor de mensen, die de hogere huur moeten betalen is het erg zuur, als ze per week 7, meer moeten betalen. Spreker vraagt burgemeester en wethouders alles te doen wat mogelijk is. Het schrijven, dat aan de raad is ge richt, ademt een te lauwe geest. De zaak dient stevig aangepakt te worden. Wethouder JONGBLOED antwoordt, dat burgemeester en wet houders hetzelfde standpunt huldigen als de heer Vermeulen. Zij zien echter geen andere oplossing van het vraagstuk. Tot dusverre is elk woningcomplex op zich zelf beschouwd. Spreker hoopt, dat er thans een hoogtepunt is bereikt. De toestand zoals deze thans is, is onbevredigend. Burgemeester en wethouders zullen vragen om een grotere vrijheid bij een eventuele huurverhoging indien de bijdrage ad 94.000,niet wordt verkregen. Dit is vorig jaar op mindere schaal ook gedaan. Het euvel, waarop de heer Vermeulen doelt, is iets anders. Daaraan kan de gemeente niets doen. Burge meester en wethouders delen overigens het standpunt van de heer Vermeulen en blijven terzake diligent. De heer Vermeulen heeft geen moment getwijfeld aan het stand punt van burgemeester en wethouders. Het schrijven van het col lege getuigt van een fatalistische instelling. Als burgemeester en wethouders gaan vragen om een bijdrage, dan moeten zij niet uit gaan van de instelling, dat er toch niets te bereiken valt. Er moet iemand naar Den Haag, die van vasthouden weet. Wethouder JONGBLOED antwoordt, dat de brief aan de minister straffer gesteld zal worden dan dit schrijven aan de raad. De ge meenten tezamen zullen ook via de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten trachten hun doel te bereiken. Hierna wordt het schrijven van burgemeester en wethou ders voor kennisgeving aangenomen. De burgemeester verschijnt in de vergadering en neemt de voor zittershamer over van wethouder Meijs. 13. Bouwverbod Teteringsedijk. Dit voorstel wordt aangenomen. 14. Afwatering westelijk deel gemeente. De heer VERSCHUREN zegt, dat hij blij is met dit voorstel. Toch heeft spreker nog een bezwaar. Hij zou gaarne zien, dat de eigena ren, die met weilanden gelegen zijn langs de waterlopen, verplicht worden tot het aanbrengen van een afrastering.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 374