16 JULI 1958 389 groeien, die wij kennen uit de groei van zoveel grote steden". In het rapport wordt hierop verder doorgeborduurd. In het Heuvel kwartier is 25 van de bevolking niet katholiek, waardoor voor die wijk toch wel de stichting van een wijkcentrum op niet-confessionele basis kon worden overwogen. Dit is het oordeel van mensen, die in zicht hebben in deze materie. Naar aanleiding van dit rapport zijn burgemeester en wethouders met hun eerste voorstel gekomen in zake ruimtebiedende gelegenheden. De vraag rijst nu, wat heeft het gemeentebestuur gedaan om na te gaan, welke vorm mogelijk en "net best verantwoord is. Men moet in spreker geen tegenstander zien van het particulier initiatief. De overheid heeft echter waar zulk een initiatief ont breekt een eigen taak en eigen verantwoordelijkheid. Er is hier een deskundig rapport. Is de overheid van haar verantwoordelijkheid af als zij zich van dit rapport distancieert, indien degenen, die het initiatief moeten nemen niet deskundig genoeg zijn of te weinig ken nis hebben van de materie? Hebben burgemeester en wethouders al eens vergaderd met vertegenwoordigers van een bepaalde wijk? Is er al eens contact geweest? Indien er zulk een contact zou komen, zou dit tot positieve resultaten kunnen leiden. Wijkcentra behoeven volgens spreker geen confessioneel karakter te hebben. Heeft immers een wijkhuis een bepaald confessioneel ka rakter, dan kunnen andere groeperingen, ondanks alle mogelijke fa ciliteiten, zulk een huis niet als wijkhuis zien. Zonder dat de over- m' heid onrecht doet aan het particulier initiatief, kan zij hier toch S nuttig werk doen, vooral in de voorbereidingsfase. De wijze van ex- 4 ploitatie en beheer kan zij dan nog aan het particulier initiatief overlaten. Het betreft hier een ernstige zaak. Noch de wethouder, noch de overige leden van de raad hebben spreker er van kunnen overtuigen, dat de stichting van wijkhuizen niet tot de taak van de overheid behoort. De heer SPANJER zegt, dat de heer Vermeulen het sociale aspect van deze kwestie naar voren heeft gebracht. Een aspect, dat zeer zeker bezien moet worden. Hij merkt op, dat de heer Toxopeus er een grapje van gemaakt heeft, toen hij zeide, dat volgens hem de gemeente wijkhuizen zou bouwen en dan iemand zou moeten zoeken en hem dwingen er in te gaan. In de praktijk is het zo, dat men een stadswijk bouwt, waarbij in het allereerste begin grond wordt gere serveerd voor een wijkgebouw. Er kan dan nog geen sprake zijn van particulier initiatief. Men kan niet verwachten, dat kinderen in korte broek al plannen maken voor wijkhuizen, die er in de tijd dat zij volwassen zijn, moeten komen. Dit duurt zeker tien jaren. Het is immers niet zeker, hoe in sociaal opzicht de wijk slaagt. De so ciale samenstelling is pas na nog eens 5 jaar gesettled. Dan is het te laat voor het particulier initiatief. Spreker heeft nu expres niets gezegd over gedwongen gedeelde en ongedeelde verantwoordelijkheid, T Spreker was al bang, dat er geen stedelijk plan zou komen. Hij vindt deze mening van burgemeester en wethouders niet verstandig. Hij heeft nog geen antwoord gekregen op zijn vraag of de 10.000, in het voorstel genoemd voor een aantal gevallen of voor één ge val bestemd zijn. Zo er geen samenspraak komt met bepaalde wij ken, dan zou hij gaarne de gevallen weten, die om medewerking hebben gevraagd. De heer TOXOPEUS zegt, dat de heer Vermeulen hem verwijt, dat hij er de politiek bij gehaald heeft. Dit is toch geen bezwaar. De raadsleden zitten er als politieke personen. Hun standpunt wordt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 389