402 AUGUSTUS 1958 deel is er plaats voor een scherp protest bij gedeputeerde staten om dat het waterschap misbruik van bevoegdheid heeft gemaakt. De vaststelling der aanslagen is derhalve onrechtmatig geschied. Wethouder JONGBLOED antwoordt, dat de gemeente met toepas sing van artikel 85 van het reglement aan gedeputeerde staten ge vraagd heeft de bebouwde kom van Breda en de daarmede gelijk te stellen bebouwingskernen, voorzover zij gelegen zijn boven 4 meter N.A.P. vrij te stellen van omslagplicht en voor zover zij liggen tussen 2V2 m N.A.P. en 4 m 4- N.A.P. in de derde klasse te plaatsen. Uit informatie bij de Bandijk is wel gebleken, dat nog be langrijke wijzigingen mogelijk zijn. Er zijn inderdaad foutieve aan slagen, maar een en ander wordt nog onderzocht. Men zou kunnen spreken van een willekeurige lijn, maar van opzet is geen sprake. Verbetering kan worden verwacht. Een en ander staat los van het verzoek Breda in een lagere klasse te plaatsen. De heer BASTIAANSEN zegt, dat tal van percelen foutief zijn gerangschikt. De grondslag van deze aanslagen is derhalve onrecht matig. Een scherp protest lijkt dus gerechtvaardigd. Uit door de heer Goossen getoonde bescheiden blijkt, dat op zeer nonchalante wijze tewerk is gegaan. Wethouder JONGBLOED is van oordeel, dat de particulieren zelf moeten reclameren. Ook de gemeente heeft tegen bepaalde aansla gen voor haar privaatbezit bezwaar gemaakt. De heer BASTIAANSEN meent, dat de gemeente toch ook kan protesteren tegen de indeling voor de particulieren. De VOORZITTER meent, dat men niet behoeft te vrezen, dat bur gemeester en wethouders onvoldoende scherp zullen reclameren. Maar men moet twee zaken uit elkaar houden, n.l. enerzijds de individuele aanslagen en die voor de gemeente, waartegen men kan reclameren en anderzijds de hoogtelijn, ten aanzien waarvan door de gemeente een verzoek bij gedeputeerde staten is gedaan. Dit verzoek is om advies bij het waterschap, dat spoedig zal beslissen, welke beslissing vermoedelijk gunstig zal uitvallen. Een verdere afwijking is er ten aanzien van de grens buiten de bebouwde kom. Correctie op basis van billijkheid is daarbij mogelijk. De onnauwkeurigheden in de aan slagen van de Bandijk zijn veroorzaakt door de moeilijke opgaaf waarvoor het waterschap zich gesteld zag. Spoedige inning was noodzakelijk. Spreker behoeft het waterschap niet te verdedigen, maar wil wel zeggen, dat men niet onredelijk moet zijn in zijn kri tiek. De Bandijk tracht onbillijkheden glad te strijken en dit zal voor de stad nog belangrijke gevolgen kunnen hebben. De heer RATTINK heeft bij de onder p genoemde stukken aan getroffen een besluit van gedeputeerde staten tot het onthouden van goedkeuring aan het raadsbesluit tot verlenging van de ontrui mingstermijn voor de woningen aan het „Klein Buitenveld". Spreker heeft ook uit anderen hoofde met deze woningen bemoeiing gehad. Het lijkt hem, gezien de ervaring, voor de gemeente wel zaak in het vervolg vóór het onbewoonbaar verklaren te zorgen voor vervan gende woonruimte. Nu is deze zaak in een impasse geraakt. Hij wil daarom aandringen op het beschikbaar stellen van vervangende woonruimte.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 402