406
AUGUSTUS 1958
huis. De nuttige wegbreedte is nu, als gevolg van het parkeren, weer
even groot als vóór de verbreding.
De heer VAN DEN EEDEN vraagt in dit verband aandacht voor
het kruispunt Graaf Hendrik III-laanIrenestraat. Het verkeer op
deze kruising wordt veel drukker als het doorgaand verkeer vanaf
de Wilhelminasingel in deze richting wordt geleid. Het is een gevaar
lijk punt, waar reeds verscheidene ongevallen zijn gebeurd. Een
knipperlicht zou misschien een goede oplossing zijn mede met het
oog op degenen, die ter plaatse niet bekend zijn.
Wethouder JONGBLOED zal de gestelde vragen in het college
van burgemeester en wethouders behandelen.
Overeenkomstig het voorstel wordt besloten.
12. Participatie in het provinciaal waarborginstituut voor da tuin
bouw.
De heer VERSCHUREN dankt burgemeester en wethouders na
mens de land- en tuinbouworganisaties voor het gedane voorstel.
Overeenkomstig het voorstel wordt besloten.
13. Raadscommissie voor onderzoek rekening 1957 van de Stich
ting het Oude Mannenhuis.
Tot leden der commissie van onderzoek van de rekening 1957 van
het Oude Mannenhuis worden benoemd de heren van Toledo, van
Boxtel en Cosijn.
14. a. t/m f. Medewerking art. 72 L.O.-wet diverse schoolbesturen.
Overeenkomstig deze preadviezen wordt besloten.
15. Restauratiewerken grote toren.
Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten.
16. Subsidies ten behoeve van de jeugd.
De heer NIEUWLAAT zegt het volgende:
Ik kan accoord gaan met het verdeelschema voor het jaar 1958,
zoals dit is vastgesteld voor het jaar 1957. Ik geloof dat ook moeilijk
een ander verdeelschema is op te maken, omdat we t.a.v. de jeugd-
subsidiëring tendele nog in de mist varen.
Het streven zal er dus op gericht dienen te zijn om zo snel mogelijk
een definitieve vorm te geven aan de jeugdsubsidiëring.
Het verheugt mij dan ook dat dit streven merkbaar is in dit voor
stel dat voor ons ligt. In dit voorstel liggen waardevolle gedachten,
die de moeite waard zijn om nader te worden uitgewerkt.
Anderzijds liggen er in dit voorstel nogal wat vraagpunten die een
nadere opheldering vragen en die mij noodzaken hierop verder in te
gaan.
In Uw subsidievoorstel van april 1957 dat helaas slechts ten dele
is verwezenlijkt heeft U een indeling gemaakt van de voornaamste
vormen van jeugdwerk en vrije tijdsbesteding. Uw college kwam tot
de volgende indeling.