AUGUSTUS 1958
407
Bijzonder jeugdwerk
Vormingsinstituten
Jeugdsport
Algemeen jeugdwerk
Aan de hand van deze vormen van jeugdwerk en vrije tijdsbeste
ding zou ik in grote lijnen mijn standpunt willen bepalen m.b.t. de
subsidiëring hiervan. Ik ga er van uit dat Uw college de vier ge
noemde vormen van jeugdwerk en vrije tijdsbesteding niet in één
algemene subsidieregeling wil samentrekken, maar dat Uw streven
er op gericht is afzonderlijke subsidieregelingen samen te stellen.
1. Wanneer we nu als eerste onder de loupe nemen het bijzonder
jeugdwerk (jeugdzorg) waaronder dus vallen het St. Fideliswerk, de
jeugdzorg Pius X van het wijkwerk, dan geloof ik te mogen stellen
dat hiervoor een alleszins bevredigende subsidieregeling is getrof
fen. Hierbij is nauwe aansluiting gezocht bij de rijksregeling. Hier
en daar zijn er nog wel hiaten. Hierop kom ik nog wel terug bij
de begrotingsbehandeling.
Ik ben dus voorstander dat de subsidiëring van de jeugdzorg in
een aparte regeling wordt vastgelegd, waardoor we een zekere uni
formiteit krijgen die zowel voor de gemeente als de betrokken in
stanties de beste waarborgen geeft. Uiteraard dient dit alles te ge
beuren in nauw overleg met de betrokken organisaties.
2. De vormingsinstituten. Hieronder vallen dus het Mater Ama-
biliswerk-Levensscholen-Zonnebloemwerk, De subsidieregeling van
de gemeente Breda is perfect. Het is mij bekend dat de Landelijke
Stichting Levensscholen de subsidieregeling van de gemeente Breda
ten voorbeeld stelt.
Handhaving van een afzonderlijke subsidieregeling voor dit werk
lijkt mij dan ook gewenst.
3. Jeugdsport.
De subsidiëring van de jeugdsport is een moeilijke materie. Subsi
dienormen hiervoor te vinden is niet eenvoudig. Subsidie op exploi
tatielasten lijkt mij niet aan te bevelen. Jeugdsport is geheel iets
anders dan het werk in de jeugdbeweging. Toch zal er m.i. moeten
worden gestreefd naar een afzonderlijke subsidieregeling voor de
jeugdsport.
Ik geloof dat de beste subsidieregeling gezocht zal dienen te wor
den in een subsidiëring per persoon tot ongeveer de leeftijd van 17
jaar. Daarnaast is een belangrijke zaak in de jeugdsport de leiders
vorming en met name de pedagogische leidersvorming.
Algemeen jeugdwerk.
In Uw voorstel van april 1957 rangschikt U onder het algemeen
jeugdwerk:
Vacantiekinderwerk - jeugdnatuurwacht - San Francisco Orkest -
Volksmuziekschool enerzijds en anderzijds
Katholieke Jeugdorganisaties
Protestantse Jeugdorganisaties
A.J.C?.
Padvinders en padvindsters organisatie.
Ik geloof dat het onmogelijk is dit algemene jeugdwerk in een