AUGUSTUS 1958 411 college en de heer Vermeulen over de jeugdraad. Spreker kan mede delen, dat de perspectieven zich in gunstige zin ontwikkelen. Nu en kele overkoepelende organen binnen het kader van de eigen organisa ties tot stand zijn gekomen, mag de verwachting bestaan, dat de mogelijkheid van advies en samenspraak met deze organisaties is geschapen. Spreker gelooft niet dat de heer Vermeulen nu reeds de concrete werking van de jeugdraad beoogt. Het lijkt hem beter bij de behan deling van de begroting het algemeen jeugdprobleem aan de orde te stellen. De tweede concrete vraag van de heer Vermeulen had betrekking op de gymnastiekverenigingen. Bij het eerste voorstel betreffende jeugdsubsidiëring was deze kwestie nog in een primitieve staat van voorbereiding. Erkend wordt dat er behoefte bestaat aan subsidiëring van de jeugdsportorganisaties. De aandacht wordt er op gevestigd, dat de mogelijkheid bestaat om voor bepaalde evenementen een be roep te doen op de sportstichting, op welker begroting een post hier toe is opgenomen. Als de definitieve regeling tot stand komt zal de kwestie van de jeugdsportsubsidiëring hierin worden opgenomen en niet meer behoren tot de taak van de sportstichting. De heer NIEUWLAAT kan de heren Toxopeus en Kroon in hun betoog volgen, dat zij deze zaak liever bij de begroting willen be handelen. De inhoud van het voorstel heeft spreker echter aanleiding gegeven hierop in te gaan. Spreker gelooft niet dat de standpunten van hem en van het college met betrekking tot de jeugdsubsidiëring ver van elkaar staan. Jeugdsport is echter geen jeugdwerk en is naar sprekers mening nooit onder te brengen in een jeugdsubsidie- regeling. De opmerking met betrekking tot de eenzijdigheid van de jeugdsport was niet stotend bedoeld. Spreker wacht op de nadere voorstellen van het college. Overeenkomstig het voorstel wordt besloten. 17. Subsidie stichting r.k. kerk in het Brabantpark. De heer VERMEULEN kan zich wel met het preadvies akkoord verklaren. Hij wil niet in herhaling vallen terzake van zijn be zwaren tegen het verbinden van voorwaarden aan dergelijke subsi dies. Het subsidie krijgt daardoor een ander karakter dan bedoeld wordt. De gemeente claimt bepaalde rechten maar is daardoor op de verkeerde weg. De bepalingen hebben niet veel om het lijf en spre ker wil dan ook niet met een voorstel komen. Het liefst zou hij de voorwaarden laten vervallen. De heer TOXOPEUS heeft zich bij vorige gelegenheden steeds tegen dit soort subsidies verklaard. Hij acht het niet nodig zijn argumenten terzake in den brede te herhalen. Hij wil deze nog even in het kort stellen. Spreker heeft geen bezwaar tegen de bouw van kerken, doch blijft staan op volledige scheiding van kerk en staat. Het is hem bekend, dat over dit punt zelfs binnen de poli tieke partijen geen overeenstemming bestaat. Er zijn voor- en tegenstanders en tot de laatste behoort spreker. Het is overigens een moeilijk probleem. Met het rapport van de commissie Sassen inzake kerkenbouw kan spreker zich niet ver enigen, omdat daaruit gevolgen voortvloeien, die hij niet wenst. Hetgeen de heer Vermeulen heeft gezegd is in feite een onderstre-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 411