414 AUGUSTUS 1958 school aan de Nansenweg. Spreker zal gaarne vernemen of dit „dient" slaat op de grenzen, die het college zich zelf gesteld heeft. Wethouder MEIJS antwoordt, dat deze lening voor de onderhavige kleuterschool is aangevraagd. De heer VERMEULEN merkt op, dat de laatste tijd meermalen soortgelijke condities aan geldleningen verbonden worden. Hij vraagt zich af of dit beïnvloeding is van buiten af, of dat het gemeente bestuur zelf de urgentie bepaalt. Als het eerste het geval is, ont staan er bij spreker toch wel langzamerhand bezwaren. Als de leningsvoorwaarden normaal zijn, dient de bestemming niet van buitenaf te worden aangewezen. De gemeente verliest haar rechten op dit punt. Wethouder MEIJS antwoordt, dat het voor verschillende objecten in de laatste tijd zo gegaan is, dat bestemmingsleningen zijn aange boden, zoals b.v. voor de werkplaats voor minder-validen. Deze le ningen worden aangeboden door de Bank voor Nederlandse Gemeen ten en steeds toegewezen onder de conditie van bepaalde bestemmin gen. De VOORZITTER acht de vraag van de heer Vermeulen van principiële betekenis. Het beleid van de centrale regering is ge koppeld aan centrale conjunctuurbeheersing. De minister van onder wijs, kunsten en wetenschappen verschaft de financieringsmiddelen voor de scholenbouw, de minister van binnenlandse zaken voor de andere objecten. De enige weg is deze door de regering voorge schreven procedure, tenzij men zou kunnen lenen binnen de voor waarden van het rentegamma. Gelukkig is er reeds een enkele le ning van dit type aangeboden, doch dit is nog slechts een druppel op een gloeiende plaat. Spreker deelt de bezwaren van de heer Vermeulen. Overeenkomstig de voorstellen wordt besloten. 28. Het stellen van zekerheid bij hypothecaire leningen ter bevor dering van het eigen woningbezit. 29. Alsvoren ter gedeeltelijke financiering van een eigen woning. De heer VERMEULEN zou gaarne beide voorstellen gezamenlijk behandeld zien. Hij ziet uit het voorstel, dat er twee mogelijkheden zijn om tot eigen bouw te komen. Men kan geld lenen op de normale markt met garantie van de gemeente, anderzijds via de gemeentelijke hypo theekbank. De gemeentelijke hypotheekbank is goedkoper omdat het rentepercentage lager is. Spreker meent hier bezwaren te zien, omdat op vrij willekeurige wijze onderscheid is ontstaan tussen twee methoden van hulp door de overheid. Beide regelingen beogen hetzelfde doel, alleen de plaatselijke overheid gaat lager met de rentevoet. Spreker zou zich voor kunnen stellen, dat met de draag kracht van de aanvrager rekening wordt gehouden. De heer BASTIAANSEN heeft de situatie als volgt begrepen: vroeger was er alleen de gemeentelijke regeling. Daarnaast is nu gekomen de rijksregeling voor bevordering van het eigen woning- bezit van 1956. Zolang de gemeente over voldoende middelen be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 414