AUGUSTUS 1958
417
voorstel en meende dat uitstel van het werk niet bezwaarlijk zou
zijn. Bij een bezoek aan het park heeft spreker echter zelf gecon
stateerd, dat er werkelijk meerdere slijtageplekken in het wegdek
voorkomen.
Spreker meent, dat dit niet te wijten is aan onvoldoende fundering,
maar aan de zeer dunne deklaag van bitumen. Op enkele plaatsen
schijnt de ondergrond reeds door deze deklaag. Spreker heeft zich
laten overtuigen, dat herstel werkelijk nodig is.
De heer VERMEULEN meent, dat het, nog afgezien van de oor
zaak van deze snelle slijtage, nuttig kan zijn bij een dergelijk voorstel
een berekening te hebben van het onderhoud der paden als gevolg
van de slechte toestand, waarin deze verkeren. Zodoende heeft men
een middel in de hand om de nuttigheid der uitgaaf te bepalen.
Misschien kost het onderhoud meer dan nu aan rente en afschrijving
verschuldigd gaat worden.
Wethouder JONGBLOED zegt, dat burgeemeester en wethouders
het aanvankelijke voorstel, gelet op de hoge kosten, hadden terug
genomen. Nu echter gebleken is, dat uitstel van dit werk tot veel
hogere kosten in de toekomst zou kunnen leiden hebben burgemees
ter en wethouders gemeend dit voorstel te moeten doen. De vraag
van de heer Vermeulen is moeilijk te beantwoorden. Komt er een
zachte winter dan kan het nog meevallen met het extra onderhoud,
maar is dit niet het geval, dan kunnen grote kosten ontstaan.
Overeenkomstig het voorstel wordt besloten.
34. Intrekking raadsbesluit inzake huur van 3 etages van het pand
Nieuwstraat 52.
Mej t' SAS wijst op een merkwaardigheid in het voorstel. Blijkens
de verwijzing naar de voetnoot liggen 30 leerlingen ter visie in de
raadszaal. Dit gaat spreekster te ver.
Overeenkomstig het voorstel wordt besloten.
35. Schadevergoeding aan Ph. van Pruissen wegens ontruiming van
het pand Grote Markt 42.
De heer KRAMERS vraagt wie het betrokken pand destijds aan
de gemeente heeft verkocht.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit iemand anders was dan de
momentele huurder.
De heer MINDERHOUD heeft geen bezwaar tegen de voorgestelde
schadevergoeding van 1500,Maar er moet een onjuistheid staan
in het voorstel, dat in de vergadering van 16 april j.l. is behandeld.
Toen is n.l. besloten ,,De Poort van Kleef" te verbouwen. Het onder
havige pand was daarbij niet genoemd. Spreker heeft toen gevraagd
of er nog schadevergoedingen moesten worden gegeven. Er is toen
geantwoord, dat dit niet het geval was, omdat betrokkenen van de
plannen op de hoogte waren. Waarom is toen niet over deze 1500,
gesproken
De heer VERMEULEN zou liever een algemene regeling voor
deze materie zien, zodat de subjectiviteit meer naar de achtergrond