AUGUSTUS 1958 421 Uw grote welwillendheid, geduld en genegenheid mij betoond, zul len steeds in dankbare herinnering bij mij voortleven. Ik dank U daarvoor hartelijk. De heren wethouders wier hulp en raad ik op prijs stelde en die mij steeds op zeer prettige wijze wilden ontvangen, breng ik hierbij mijn welgemeende dank. Onze secretaris, waarvan ik veel hartelijkheid mocht ervaren en die mij steeds warm menselijk tegemoet kwam, zal ik niet licht vergeten. Mijnheer de voorzitter, Nu mag ik mij wellicht, dit is dan voor het laatst dat ik buiten de orde ben, met een kort woord tot de raadsleden richten. Dames en heren voor de genegenheid mij steeds betoond, zeg ik U allen als nestor hartelijk dank. Komende tot Uw staf van ambtenaren, in alle afdelingen en dien sten van onze gemeente, wil ik voor het laatst mijn bewondering en waardering uitspreken voor hun werk, waarin zij vaak moeilijke en ingewikkelde problemen wisten op te lossen. U zult het mij niet ten kwade duiden als ik even stil sta bij de dienst van openbare werken en de afdeling volkshuisvesting. Het waren juist deze sectoren waartoe ik mij in het bijzonder aangetrokken gevoelde, mede door mijn vakkennis en omdat ik het genoegen mocht hebben lid te mogen zijn van de afdeling openbare werken. De talrijke malen dat ik in aanraking kwam met diverse func tionarissen, viel mij steeds op de hoffelijkheid waarmee men mij te woord stond en gevraagde inlichtingen verschafte. Tot mijn voldoening kon ik constateren, een enkele keer uitge zonderd, dat de raad de voorstellen van deze dienst na de mede deling van Uw college „De commissie gaat hiermede accoord" zon der meer aannam. De heren verslaggevers van diverse dagbladen ben ik erkentelijk voor de min of meer juiste weergave van het door mij gesproken woord. Mijnheer de voorzitter, Op vrijdag 29 oktober 1929 werd ik geïnstalleerd om zitting te nemen in de raad van de gemeente Ginneken en Bavel als opvolger van wijlen de heer W. Drop. Bijna 29 jaren heb ik mijn medewerking mogen verlenen voor het welzijn van twee gemeenten, n.l. die van Ginneken en Bavel en Breda. Met grote dankbaarheid zie ik ook op deze werkzaamheden terug. Dankbaarheid die ik bovenal verschuldigd ben aan God, Die mij in staat stelde dit werk te mogen doen. Ik dank U. Hierna sluit de^ De secretarie orzitter de vergadering te 10.40 uur. De voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 421