424
2 SEPTEMBER 1958
Tegenwoordig: mevrouw Th. M. M. DE BONTE-DE MUNNIK, mevr.
M. W. B. A. VAN MIERLO-MUTSAERS, mejuffrouw D. M. J. t' SAS
en de heren A. C. BASTIAANSEN, mr. K. A. M. BASTIAANSEN, H.
BIEMANS, W. C. A. M. VAN BOXTEL, H. BROEDERS, J. M. VAN
BIJNEN, G. CAMPHENS, P. J. VAN CAULIL, H. J. C. COSIJN,
mr. B. W. M. DRION, C. A. VAN DUIJL, C. VAN DEN EEDEN,
N. W. C. VAN GISBERGEN, K. VAN HOUTEN, G. F. HULSKRAMER,
A. JONGBLOED, J. J. KAMPHUYS, D. J. A. KRAMERS, A. KROON,
F. J. MELZER, A. MENDES, J. A. MEIJS, G. MINDERHOUD, F. H.
M. MOL, P. F. C. NIEUWLAAT, F. P. VAN DE NOORT, J. H. M.
QUADEKKER, A. J. A. RATTINK, A. P. ROMSOM, drs. G. C. STU-
BENROUCH, H. VAN TOLEDO, mr. E. H. TOXOPEUS, J. F. V.
VERMEULEN, J. VERSCHUREN, drs. P. VIS, drs. N. H. ZIJTREGTOP.
Voorzitter: de heer mr. dr. C. N. M. KORTMANN.
Secretaris: de heer mr. Ph. I. E. VAN WOENSEL.
De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit,
waarvan de tekst is opgenomen in artikel 10 van het reglement van orde
voor de vergaderingen van de gemeenteraad.
Hierna wordt overgegaan tot behandeling van de agenda.
1. Beëdiging en installatie van de leden van de raad.
Nadat door de VOORZITTER de formules van de zuiveringseed en de
ambtseed zijn voorgelezen leggen in zijn handen af de eed van zuive
ring en de eed van trouw voorgeschreven in artikel 45 der gemeentewet:
mevr. Th. M. M. de Bonte-de Munnik, mevrouw M. W. B. A. van
Mierlo-Mutsaers en mej. D. M. J. t' Sas en de heren A. C. Bastiaansen,
mr. K. A. M. Bastiaansen, H. Biemans, W. C. A. M. van Boxtel, H.
Broeders, J. M. van Bijnen, G. Camphens, P. J. van Caulil, H. J. C.
Cosijn, mr. B. W. M. Drion, C. A. van Duijl, C. van den Eeden, N. W.
C. van Gisbergen, K. van Houten, G. F. Hulskramer, D. J. A. Kramers,
A. Kroon, F. J. Melzer, A. Mendes, J. A. Meijs, G. Minderhoud, F. H. M.
Mol, P. F. C Nieuwlaat, F. P. van de Noort, J. H. M. Quadekker, A. J.
A. Rattink, A. P. Romsom, drs. G. C. Stubenrouch, mr. E. H. Toxopeus,
J. F. V. Vermeulen, J. Verschuren en drs. N. H. Zijtregtop;
en de verklaring en de belofte van zuivering en de belofte van trouw
eveneens bedoeld in voornoemd artikel der gemeentewet: de heren
A. Jongbloed, J. J. Kamphuijs, H. vap Toledo en drs. P. Vis.
Na deze plechtige eedsaflegging of beloften verklaart de voorzitter
de raad als geïnstalleerd.
De VOORZITTER zegt, dat het voorzitterschap van de raad hem het
voorrecht geeft de eerste te zijn de dames en heren te complimenteren
met de installatie en de plechtige beëdiging als leden van de raad.
Sinds de verplichte ambtseed in 1916 werd afgeschaft, hetgeen Oppen-
heim een vooruitgang noemde, is de eed gebonden aan het principiële
inzicht van het raadslid. De eed| kan vervangen worden door een plech
tige belofte of verklaring. Spreker laat hierbij in het midden of Oppen-
heim het standpunt van de meerderheid heeft vertolkt. Na 1916 is nog
altijd de plechtige eedsaflegging of de plechtige verklaring of belofte
door de raadsleden verplicht. De eed of belofte niet alleen voor het