2 SEPTEMBER 1958
425
forum van de raad doch ook voor het openbaar forum. Als lid van de
raad is men gebonden te doen wat men gezworen of beloofd heeft nl.
dat men het algemeen welzijn van de stad Breda naar eer en geweten
zal behartigen. Vóór 1916 luidde dit naar eed en geweten doch thans
naar eer en geweten. Dit is een binding die niet streng genoeg kan wor
den opgevat. Ieder van de raadsleden is verplicht om zonder last of
ruggespraak datgene te doen wat naar zijn mening in het belang van
de stad is.
Spreker wenst de raadsleden op dit plechtig ogenblik nu de eed of
verklaring is afgelegd geluk met hun benoeming tot lid van de raad
van de gemeente Breda. De raadsleden hebben zich gebonden aan een
stad, die deze binding waard is; niet alleen door de traditie van deze
stad maar ook om haar bevolking. Een stad die waard is er voor te
werken; er meer voor te werken dan een gewone burger doet. Er zal
voor de raadsleden veel extra werk te verzetten zijn. De problemen,
die maandelijks aan de raadsleden worden voorgelegd hebben een grote
omvang. Deze problemen zijn niet alleen groot van omvang, doch ook
groot van diepgang. Het verwerken van deze problemen zal niet alleen
dienen te geschieden naar het oordeel van de groepering waartoe een
ïaadslid behoort, doch ook naar eigen oordeel en inzicht. Spreker wijst
erop, dat het komende werk naar eer en geweten dient te geschieden.
Ook in de komende zittingsperiode zullen zeer belangrijke besluiten
moeten worden genomen. De begroting voor het jaar 1959 zal de ge
legenheid geven om in den brede van gedachten te wisselen. De raad
gaat bij het volgende agendapunt de wethouders kiezen en zal daar
mede zijn eerste belangrijke daad gaan verrichten. Daarna zullen de
leden van de afdelingen worden benoemd. Dit is zeker niet minder be
langrijk. In deze afdelingen wordt veel werk van de raad verzet. Juist
ook in de afdelingen kunnen de aanwezige gaven en kwaliteiten van de
raadsleden naar voren komen. Het is dus zaak van de raad de vacatures
zo goed mogelijk aan te vullen. Dit zal de werkzaamheden van de raad
verlichten.
Tenslotte spreekt hij de wens uit, dat de komende zittingsperiode
vruchtbaar zal zijn.
2. Verkiezing van wethouders.
De VOORZITTER stelt de eerste wethouders-vacature aan de orde.
De heer mr. BASTIAANSEN stelt de heer Romsom kandidaat voor
deze vacature. Op voorstel van de voorzitter gaat de raad over tot
stemming. Uitgebracht worden 39 stemmen, waarvan 1 ongeldig. Van de
38 geldige stemmen verkrijgt de heer Romsom 36 stemmen, terwijl twee
stemmen blanco zijn uitgebracht, zodat de heer Romsom is benoemd.
Desgevraagd verklaart de heer ROMSOM zijn benoeming te aanvaar
den onder dankzegging van het door de raad in hem gestelde vertrou
wen.
Hierna stelt de VOORZITTER de tweede wethouders-vacature aan de
orde.
De heer mr. BASTIAANSEN stelt de heer Stubenrouch kandidaat
voor deze vacature. Op voorstel van de voorzitter gaat de raad over
tot stemming. Uitgebracht worden 39 geldige stemmen, waarvan 38 op
de heer drs. G. C. Stubenrouch en een blanco, zodat de heer drs. Stu
benrouch is benoemd.
Desgevraagd verklaart de heer drs. STUBENROUCH zijn benoeming