428
2 SEPTEMBER 1958
Nijverheidsonderwijs. Hij vindt het onjuist, dat thans niet alle commissiën
aan de orde zijn gesteld, waarin raadsleden qualitate qua zitting hebben.
De zittingsperiode van deze leden zou gelijk moeten lopen met die van
de gemeenteraad, zodat zij met de oude raad zouden moeten aftreden.
Spreker zou gaarne over zijn standpunt worden ingelicht.
De VOORZITTER antwoordt, dat in de gemengde commissies de
zittingsperiode der leden wordt geregeld in een reglement. De zittings
periode loopt niet parallel aan die van de raad. Daardoor is het niet
mogelijk na de raadsverkiezingen, de niet herkozen raadsleden, die
qualitate qua in de gemengde commissie zitting hebben, te vervangen.
Spreker zegt de heer Vermeulen toe in de vergadering van burge
meester en wethouders de mogelijkheid tot wijziging van deze regle
menten te onderzoeken.
Bij enkele kandidaatstelling worden benoemd:
de heren G. Camphens, A. J. A. Rattink en G. Minderhoud.
3c. De burgerlijke instelling voor maatschappelijke zorg:
Bij enkele kandidaatstelling worden benoemd:
Mevrouw M. van Mierlo-Mutsaers en de heren W. C. A. M. van
Boxtel en J. F. V. Vermeulen.
3d. Commissie voor de handelsavondschool:
Bij enkele kandidaatstelling wordt de heer D. A. Kramers benoemd.
3e. Commissie van overleg:
De heer mr. BASTIAANSEN stelt de navolgende kandidaten: als leden
de heren J. M. van Bijnen en C. van den Eeden en als plaatsvervangende
leden, mej. D. M. J. t' Sas en de heer A. C. Bastiaansen.
De heer VERMEULEN stelt de heer A. J. A. Rattink als lid en de
heer H. van Toledo als plaatsvervangend lid kandidaat.
De heer mr. TOXOPEUS stelt in overleg met de protestant-christe
lijke raadsfractie de heer K. van Houten als lid kandidaat en de heer
A. Kroon als plaatsvervangend lid.
De heer HULSKRAMER stelt de heer J. H. M. Quadekker kandidaat
als lid.
De heer QUADEKKER stelt de heer G. F. Hulskramer kandidaat als
plaatsvervangend lid.
Hierna wordt overgegaan tot stemming, waarbij uitgebracht worden
in de vacatures voor lid van de commissie op de heren J. M. van Bijnen
37* op C. van den Eeden 37, op A. J. A. Rattink 33, op K. van Houten
3<fc op J. H. M. Quadekker 3, op A. Kroon 1 en G. Minderhoud 1 stem.
In de vacatures voor plaatsvervangend lid van de commissie worden
uitgebracht op mej. D. M. J. t' Sas 35, op de heren A. C. Bastiaansen
36, H. van Toledo 34, A. Kroon 34, G. F. Hulskramer 5 en G. Minder
houd 1 stem, terwijl 1 stem blanco werd uitgebracht.
Benoemd zijn dus:
als leden: de heren J. M. van Bijnen, C. van den Eeden, A. J. A.
Rattink en K. van Houten;