15 OKTOBER 1958 461 4. Huisvestingsbeleid. Het schrijven wordt voor kennisgeving aangenomen. 5. Onbewoonbaarverklaring woningen Molenstraat 22 en 22a. De heer VERMEULEN heeft een vraag over de juridische merites van het besluit. Spreker vraagt zich af of het verstandig is de ont ruimingstermijn vast te stellen op één dag, te rekenen vanaf de dag, waarop de tijd tot voorziening is verstreken of het besluit in beroep is gehandhaafd. Hij acht het beter in dit geval de woonruimtewet te hanteren en een last tot ontruiming te doen uitgaan. Een van de bewoners van het pand is de eigenaar. Spreker voorziet dat deze zich zal verzetten tegen dit besluit. Daarom komt het hem beter voor de ontruimingstermijn te schrappen en uitzetting te gelasten ingevolge de woonruimtewet. Wethouder JONGBLOED antwoordt, dat er wettelijk een ontrui mingstermijn bepaald moet worden. Bovendien is beroep op gedepu teerde staten altijd mogelijk. Spreker is van mening, dat het geno men besluit nodig is, doch zegt toe de zaak nog eens te zullen bezien. De VOORZITTER merkt op, dat voor ontruiming van de woning gebruik kan worden gemaakt van de woningwet en van de woon ruimtewet. Ontruiming ingevolge de woonruimtewet geschiedt op last van de burgemeester; ontruiming ingevolge de woningwet bij besluit van burgemeester en wethouders. Het een staat het andere niet in de weg. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 6. Overneming grond t.b.v. terreinophoging en gronddepot brug over de Mark. Mr. BASTIAANSEN is van mening, dat het door de gemeente Breda te betalen bedrag ad 150.000,aan de hoge kant is. Gezien echter het belang van Breda kan spreker mededelen, dat de fractie van de K.V.P. zich met het voorstel kan verenigen. Wethouder JONGBLOED dankt de heer mr. Bastiaansen voor de steun die aan het voorstel van burgemeester en wethouders wordt verleend. Hij is de mening toegedaan, dat over de prijs getwist kan worden, doch is van oordeel, dat de gulden middenweg is gekozen. De VOORZITTER wenst, gelet op de berichten in de pers, nog met een enkel woord op het voorstel van burgemeester en wethou ders terug te komen. Juridisch komt de onderhoudsplicht tengevol ge van de ontwatering en van de scheepvaartwegen ten laste van het heemraadschap Mark en Dintel. Zoals het aanleggen en het onderhoud van een rijksweg ten laste van 's rijks schatkist komt, zo komt het onderhoud van de waterwegen ten laste van het hoog heemraadschap. Dat burgemeester en wethouders aan de raad een voorstel tot het voteren van een krediet van 150.000,hebben gedaan, vindt zijn oorzaak in deze redenen nl.: 1. Tegenover de betaling van 150.000,staat dat de gemeente een bepaald stuk grond om niet in eigendom verkrijgt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 461