1.5
i
466
15 OKTOBER 1958
bij verschillende sprekers over de gang van zaken, hoe deze gang
van zaken thans is, hoe burgemeester en wethouders zich deze in de
toekomst denken en de schuldvraag. Dit laatste komt spreker het
moeilijkste voor. Hij memoreert het spreekwoord: als er twee kijven
hebben er twee schuld, doch stelt direct vast, dat de schuldvraag
buiten de kwestie ligt, welke thans aan de orde is gesteld. Boven
dien ligt deze vraag buiten de competentie van de raad. De gemeen
telijke overheid steunt de stichting in subsidieverband. Indien er
zakelijke meningsverschillen zijn kan de overheid in dit verband
trachten deze verschillen te doen oplossen of te couperen.
Voor een juiste beoordeling van de zaak wil spreker in grove
trekken de gedachten schetsen welke op dit stuk in Nederland leven.
Burgemeester en wethouders hebben de raad voorgesteld de school-
tandverzorging, zoals deze thans geregeld is, nog enige tijd te be
stendigen, omdat bij de landelijke overheid de tendentie bestaat, dat
het onderwijs in staat moet zijn eigen hulpdiensten te creëren. De
schooltandverzorging is evenals de schoolartsendienst en de school
psychologische dienst zo'n hulpdienst. Er liggen verschillende moge
lijkheden open, en het lijkt spreker een teken van wijsheid zich rustig
te beraden de zaak te brengen waar ze behoort te zijn.
Deze wettelijke regeling zal niet binnen een jaar verschijnen, maar
spreker is van oordeel binnen enige jaren. In verband met deze wet
telijke regeling komt deze kwestie zo ongelegen.
Na deze algemene beschouwingen beantwoordt spreker de gestelde
vragen. Ook hem verdriet het erg, dat de hulp van de zusters van
het Groene Kruis bij de schooltandverzorging ontbreekt. Dat de
tandartse haar werkzaamheden nog voortzet noemt hij een geluk.
Dit laatste heeft spreker bijzonder aangesproken.
Indien de heer Vermeulen verwacht dat spreker de sluiers zal op
lichten over het verzoek van het Groene Kruis tot splitsing van de
schooltandverzorging, dan moet spreker hem het antwoord schuldig
blijven. Zijn inziens heeft het Groene Kruis het uittredingsbesluit om
principiële redenen genomen. Als de heer Vermeulen stelt dat her
haalde pogingen van burgemeester en wethouders niet geslaagd zijn
dan merkt spreker op, dat burgemeester en wethouders altijd ge
hoopt hebben, dat hun pogingen wel zouden slagen. Of een directo
rium de oplossing zou geven, betwijfelt hij omdat aan de benoemde
reeds toezeggingen waren gedaan.
De heer Toxopeus heeft gesproken over de verhouding 3 Wit-Gele
Kruis2 Groene Kruis. Het komt spreker voor dat men bij het aan
gaan van een dergelijke verhouding zich moet bedenken en dat het
moment van protest ligt vóór het moment van het aangaan van de
overeenkomst.
De heren Vermeulen en Toxopeus hebben zich het recht voorbe
houden een voorstel te doen tot instelling van een commissie ad hoe.
Dit noemt spreker iets te veel van het goede, omdat hij de vaste
overtuiging heeft, dat deze commissie ook niet meer succes dan
burgemeester en wethouders zal hebben.
Spreker besluit met het voorstel van burgemeester en wethouders
te handhaven omdat men uiteindelijk zal komen tot een totale her
vorming op dit gebied.
De heer VERMEULEN zegt, dat de heer mr. Bastiaansen mede
gedeeld heeft, dat één partij medewerking weigert en dat deze partij
de schuldige is. Spreker is echter van mening, dat de zaak niet zo
eenvoudig ligt. Hij wil inhaken op het gezegde van de wethouder
dat er principiële achtergronden zijn, nl. er zijn r.k. en niet-r.k.
0
Of
jfï*
5
■P có
I 2
«O
is
V
I.S
•P -P
GQ CO
0
U
p
o -P
ctf
1
■a <p
Is
o
N
k