478 15 OKTOBER 1958 20. Subsidie Toneelacademie te Maastricht. De heer KROON stelt voorop, dat hij geen bezwaar heeft tegen het voorstel tot verlening van een subsidie aan de toneelacademie tot een bedrag van 150,per uit Breda afkomstige leerling. Spre ker vraagt zich af waarom er verschil in subsidiëring is. Seminaria ontvangen 100,per leerling; de economische hogeschool 50, per leerling; de vrije universiteit 100,per leerling. Spreker vraagt zich af waarom nu de Jan van Eijckacademie en de toneel academie 150,per leerling subsidie wordt toegekend. Persoon lijk meent spreker, dat men meer belang heeft bij goede economen dan bij goede toneelspelers. Hij verzoekt burgemeester en wethou ders objectieve normen voor deze subsidiëring vast te stellen. Wethouder STUBENROUCH is van mening, dat de zaak ogen schijnlijk moeilijker is dan het lijkt. Indien het redelijk is wordt het gevraagde subsidie verleend. Spreker merkt op, dat alle economen geen toneelspelers zijn, doch dat toneelspelers, als ze subsidie vra gen, wel economen zijn. Als men niet meer vraagt, is er ook geen reden meer te geven. Spreker zegt toe, dat in het subsidiëren van deze zaak naar een norm gezocht zal worden. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 21a. Kleedlokalen sportcomplex Lage Kantstraat. 21b. Grondwerken enz. sportcomplex Valkenierslaan. 21c. Afwerking staantribune Valkenierslaan. 22. Diverse aankopen. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 23. Diverse verkopen. Wethouder JONGBLOED zegt, dat de raadsvoorstellen genoemd onder agendanos. 23a en 23b nog aanvulling behoeven. De erfdienst baarheden die op deze percelen rusten dienen nog met een paar kleine grondstroken te worden uitgebreid. Met inachtneming van het bovenstaande wordt overeen komstig de voorstellen besloten. 24a. Kuiling strookjes grond nabij Markendaalseweg met de Bredase Wijnhandel. De heer QUADEKKER vraagt of het wel meer voorkomt, dat een werk reeds voor klaar is en dan aan de raad pas sanctie wordt gevraagd. Hij zegt, dat men reeds op het strookje gemeente grond aan het bouwen is. Spreker vraagt wat er moet gebeuren, indien de raad niet overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besluit. Wethouder JONGBLOED weet niet dat men al met het werk begonnen is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 478