15 JANUARI 1958 49
den te verbinden, welke niet op een raadsverordening gebaseerd
zijn, meen ik, onder verwijzing naar de hierboven aangegeven argu
menten, niet tot het mijne te kunnen maken.
Voorts wil ik nog even een opmerking maken over de exploitatie.
De heer Vermeulen heeft een exploitatie-uiteenzetting gegeven over
de financiële resultaten van de B.B.A. over de gehele provincie. De
beoordeling van deze cijfers is meer op zijn plaats in de zittingen
van provinciale staten. De gemeente is geen aandeelhoudster van
de N.V. B.B.A. De fout moet niet begaan worden door de zaak pro
vinciaal te bezien en de resultaten te laten gelden voor Breda. Dan
wordt van een verkeerde gedachte uitgegaan. De financiële resul
taten van de B.B.A. in Breda liggen niet in dezelfde verhouding als
de exploitatie over de gehele provincie. De vraag is welke lijnen
zijn voor de B.B.A. financieel de beste: de communale of intercom
munale lijnen? Deze laatste zijn volgens gegevens van de directie
meer winstgevend. Diverse communale lijnen zijn niet winst-, maar
verliesgevend. Men moet de zaak alleen van de plaatselijke toestand
uit bekijken.
Ik neem het de heer Vermeulen hoogst kwalijk als deze zou me
nen, dat het verlenen van de concessievoorwaarden als een spel
vooraf is gegaan aan de kort daaropvolgende tariefsverhoging. Het
college heeft hier heus geen bepaald spel gespeeld. Breda is overi
gens niet voorgegaan met tariefsverhoging. Tilburg en Eindhoven
hadden hun tarief reeds gebracht op 0,20, terwijl men in Maas
tricht 0,25 betaalt. Het tarief kan ik in Breda nog niet hoog
noemen. Op grond van de verstrekte cijfers, waarvan de raad ver
trouwelijk kennis kan nemen, is voldoende duidelijk gebleken, dat
zonder een enkel bezwaar de voorgestelde tariefsverhoging kon
plaats vinden. Enkele tarieven, zoals die voor de kinderen, week
kaarten, schoolkaarten en rittenboekjes zijn hetzelfde gebleven.
Vele mensen zullen nu een rittenboekje nemen. Tariefsverhoging
was noodzakelijk gezien de hoge kosten van de B.B.A. in verband
met loonsverhogingen, huurcompensatie en het opvoeren van het
aantal bussen. Er komt nog bij, dat zelfs enkele lijnen in Breda
verliesgevend zijn. Geen ander particulier bedrijf zou dergelijke
lijnen blijven exploiteren, al zit er wel de gedachte in, dat de hier-
bedoelde lijnen nog wel winstgevend zullen worden. Zoals bekend
worden niet vol bebouwde stadswijken toch reeds in de lijndienst
opgenomen. Al met al is het voor het college van burgemeester en
wethouders aanleiding geweest om de concessie te verlengen en met
de tariefsverhoging in te stemmen.
De VOORZITTER wil aan het betoog van de wethouder nog
gaarne iets toevoegen omtrent de verhouding college burgemeester
en wethouders en de raad. Hier moeten vooral twee punten onder
scheiden worden. Op de eerste plaats de juridische kwestie. De raad
heeft daar zo juist veel over gehoord. Men kan daar over denken
zoals de heer Vermeulen of wethouder Meijs heeft gesteld. Op de
tweede plaats is er de kwestie of burgemeester en wethouders met
de raad een bepaald spel gespeeld zouden kunnen hebben.
Het gaat hier om zelfbestuur of autonomie. Spreker wil de zaak
gaarne duidelijk stellen. Burgemeester en wethouders hebben de
positiefrechtelijke bevoegdheid en plicht om deze zaak vanuit de
zelfbestuurs-functie te behandelen. Dat burgemeester en wethou
ders de raad toch via de commissie ad hoe hebben ingeschakeld,
komt omdat burgemeester en wethouders begrepen hebben, dat er
in dit geval zeer veel contacten met de burgerij liggen. Het was