geschikte alen bou- leren dat een ruim tandig er wordt enen van taan van zicht zal r nu ten ïen reeds ns. uggesties weer een rorm van gen mid- rijke be- geleden. mor alle Het is dies zoal mogelijk lijst over vermeld, e weten, rden ge- voorge- merking. i belang aar ont steld dat tergron- orstellen erwarde landacht ngen. In Is in de dezelfde in poli- leiden, enwoor- van te itgangs- dan nog oeperin- ten, zijn zichten, dat het rergrote tholieke ede ka- ge veel 26 NOVEMBER 1958 511 De heer VERMEULEN zegt: De voorbereidingen tot de openbare begrotingsbehandelingen, mijnheer de voorzitter, kosten elk jaar aan alle daarbij betrokkenen vee! tijd en inspanning. Vooral van de raadsleden vraagt de voor bereiding door de uitgestrektheid van het gebied der gemeentelijke bemoeiingen veel tijd en door de gecompliceerdheid van de begro ting in financieel technisch opzicht, veel inspanning. Toch zullen beiden elk jaar opnieuw moeten worden opgebracht, wil de raad met kennis van zaken op verantwoorde wijze de begro ting kunnen vaststellen. In het andere geval immers zou deze zin vol bedoelde procedure worden tot een blote formaliteit. Het is daarom wel begrijpelijk, dat elk jaar opnieuw, staande voor deze niet geringe taak, men zich afvraagt, of dit vele werk en al de daaraan bestede tijd, werkelijk tot het gewenste doel hebben geleid. Werden als gevolg daarvan waarneembare resultaten geboekt, waaruit zou kunnen blijken dat de begrotingsvaststelling door de raad in onze gemeente niet een uitsluitend formele zaak is, maar dat als gevolg daarvan wel degelijk invloed werd uitgeoefend op de koers van het beleid. Ik zou bij het antwoord op deze vraag, voor de beoordeling van het resultaat, die invloed willen uitsluiten welke ongetwijfeld in preventieve zin reeds aanwezig is in de boezem van Uw college, doordat de leden van dit college met uitzondering van U, mijn heer de voorzitter zijn voortgekomen uit deze raad en er daarom van hen verwacht mag worden dat zij op de hoogte zijn van dat gene wat in deze raad leeft en dat zij daarom niet met voorstellen zullen komen waarvan op voorhand vaststaat dat deze daarmede in strijd zijn. Deze vorm van invloed van de raad is immers niet van formele, doch van informele aard. Zij voltrekt zich, zo zij er is, buiten de openbaarheid om en is daardoor alleen reeds moeilijk kwantitatief vast te stellen. Waar het mij om gaat is om het kunnen vaststellen van momenten waaruit duidelijk naar voren komt, dat door de raad als zodanig tengevolge van openbare behandelingen invloed werd uitgeoefend op het bepalen van het gemeentelijke beleid waarvoor hij uiteinde lijk ook de formele verantwoordelijkheid draagt. Zo ergens, mijnheer de voorzitter, dan is het zeker op het terrein van de onderlinge gedachtenwisseling erg moeilijk zulke vaststel lingen te doen. Begrotingsbehandelingen zijn immers in feite niets anders dan gedachtenwisselingen tussen Uw college en de raad en tussen de fracties in de raad onderling, over de te volgen beleids lijnen, waarbij het enige besluit hetwelk genomen wordt, meestal dat is waardoor de begroting ongewijzigd wordt vastgesteld. Juist dit meestal enige besluit is er nu juist niet op berekend om daar aan de mate waarin het beleid door de raad wordt beïnvloed te kunnen meten. Het tegendeel is eerder waar; de begroting wordt ongewijzigd vastgesteld, dus is ogenschijnlijk al hetgeen eraan is voorafgegaan, inclusief onze gedachtenwisseling, te zien als een bijzondere vorm van gezelschapsspel, waarbij van enige beïnvloe ding van het beleid daardoor, gezien de ongewijzigde vaststelling, geen sprake is. In de begroting, mijnheer de voorzitter, welk Uw college ons telkenjare ter vaststelling aanbiedt, zijn Uw inzichten en opvattin-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 511