534 26 NOVEMBER 1958 soms zo groot, door het maken van verkeersfouten, dat de opstop ping niet erger meer kan zijn. Eerst dan grijpt de verkeersagent in en tracht de knoop te ontwarren, wat hem dan uiteindelijk nog gelukt ook, om echter enige tijd later weer voor dezelfde warwin kel te staan. Kan deze verkeersagent niet wat vroeger ingrijpen en het verkeer in rustiger banen leiden, alvorens opstoppingen ont staan of neeft hij mogelijk opdracht om te handelen, zoals hij nu doet en houdt dit ook verband met een tekort aan personeel? In het verkeer lopen fietsers en bromfietsers de grootste risico's. Hoè gevaarlijk is wel gebleken tijdens de vierde internationale ver keerstechnische leergang te Kopenhagen. Uit Nederland waren daar aanwezig de verkeerscommissarissen uit Rotterdam en Den Haag, de heren K. J. Miiiler en mr. Hopman; bovendien ir. Kuysten, chef verkeersafdeling A.N.W.B. Men achtte het wenselijk in dicht bevolkte buitenwijken rijwielpaden aan te leggen met éénrichtings verkeer voor fietsen cn bromfietsen. Ook sprak men zich uit voor het aanleggen van rijwielpaden op algemene rijbanen, aan te geven door een markeringsstreep, met dien verstande echter, dat auto's niet op deze paden rijden of parkeren. Deze berichten werden door de Bredase Courant op 19 september 1958 gepubliceerd. Dit is een ander geluid dan dat van b. en w. in het antwoord op het centraal rapport waar rustig beweerd wordt, dat door invoering van de maximum snelheid het gevaar op de Wilhelminasingel aanmerkelijk is gedaald en dat voor de aanleg van een afzonderlijk rijwielpad langs de singels geen termen meer aanwezig zijn. Ik zou zeggen juist nü wèl. Door de 50 km maximum snelheid op de singels, waaraan on geveer 25 van de autobestuurders zich houdt, de rest helaas niet, is er nu gelegenheid om bromfietsers en fietsers een kans te geven ook van deze wegen rustig gebruik te maken. Maar dan ook geen parkeren op deze paden. Waarom moet toch tegenwoordig alles ge daan worden om het de automobilist maar zo aangenaam mogelijk te maken en komen wielrijders en voetgangers pas veel later in aanmerking. Of wordt het soms niet gezien, dat auto's op de trot toirs parkeren? Natuurlijk wel, maar het wordt oogluikend toege laten; er is immers zo weinig parkeerruimte voor die stakkerds, dan maar op het trottoir, die daarvoor echter niet zijn, want ze heten officieel voetpad, en de wandelaar, de officiële voetganger, eraf en de rijweg op. Het kan verkeren in de wereld, maar de bru taalste wint in deze en zeg hem maar niets, want hij vindt, dat hij, die al genoeg belasting betaalt, de blijkbaar niet betalende voet ganger, wel kan verdringen. Kan er geen einde aan worden ge maakt? Ik ben wat uitvoerig geweest over deze materie, maar het is nu alweer drie jaar geleden, dat ik erover sprak en verbeterin gen zijn er niet te zien, eerder wordt de toestand slechter. U ziet wel, dat ik mij keer tegen de eigengereidheid van de autobestuurder of -bezitter. Alhoewel er in deze raad ook voldoende autobezitters zijn, verwacht ik van hen niet veel tegenspraak, want zij zijn het nu juist niet, die zich aan het door mij gesignaleerde schuldig maken. Als alle anderen hun goede voorbeeld maar volgden, had ik er nu zo lang niet over moeten praten. Mag ik nu enige aandacht schenken aan de verhouding tussen de leden van de stichting voor tandheelkundige verzorging der schoolgaande jeugd. Naar aanleiding van de vragen, gesteld in het centraal rapport op blz. 20, hebt U in Uw antwoord daarop verwezen naar het be handelde hierover in de raadsvergadering van 15 oktober j.l. in de punten 1 en 2 van volgno. 196-b op blz. 38. De inhoud van die 2

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 534