26 NOVEMBER 1958
537
Hieruit blijkt dus wel, dat wij niet tegen het verlenen van ge
meentesubsidie zijn, doch met mate en niet voor 100
Als ik nu nog even terugblik in het jaar, dat bijna achter ons
ligt, zijn er wel veel dingen, die teleurstelling brachten, maar
waarschijnlijk worden deze toch weer overtroffen door de feiten,
waaraan we vreugde beleefden. Ik ga niet alles opsommen, U kent
ze zelf alle.
1958 was echter een jaar van verkiezingen voor provinciale sta
ten en gemeenteraad.
De eerste laat ik onbesproken voorbijgaan, omdat ze voor ons
geen verschuiving opleverde. De gemeenteraadsverkiezingen ook
v/el niet, doch we hebben wel meegeleefd en actief aan de verkie
zingsstrijd deelgenomen, voorzover wij menen, dat te moeten en
kunnen doen. Er is nog al strijd om de begeerde plaatsen geweest
en men heeft somtijds getracht elkander vliegen af te vangen. En
wat is van dat alles het resultaat geweest. Voor de een één zetel
winst, voor de ander één verlies. De K.V.P., tevoren reeds samen
gesmolten met de K.L.M., verkreeg haar aantal van 24 plaatsen
weer, de P.v.d.A. gaf er één over aan de V.V.D., de 2 nieuwe zetels
vielen toe aan het Progressief Kader en wij bleven ook dezelfde
met 2 zetels, echter met dit verschil, dat wij in 1953 een restzetel
verkregen en nü 2 volledige zetels plus nog een stemmenoverschot.
De verhouding in de raad is daardoor niet noemenswaard gewijzigd,
alleen zijn er wel wat nieuwe gezichten verschenen, liefst maar 13,
dus 1/3 deel van het geheel. Ik vind het jammer, dat de heer Toxo-
peus heeft gezegd, dat zijn fractie met mijn fractie niet meer
samengaat met betrekking tot de vertegenwoordiging in de afde
lingen van de raad. Inderdaad is de V.V.D.-fractie thans sterker;
dit zal nog 4 jaren duren. Wat er over 4 jaren zal gebeuren weet ik
niet. Misschien is dan in deze raad de prot. chr.-fractie weer ster
ker dan de V.V.D.-fractie. Tevens spijt het mij te moeten zeggen,
maar ik kan de nieuwe leden nog niet allen bij hun naam noemen;
echter ben ik niet alleen, want ik zie U, mijnheer de voorzitter, ook
telkenmale op Uw briefje kijken als een van hen het v/oord vraagt.
Ik ben dus in goed gezelschap. Toch zal ik trachten zo spoedig mo
gelijk mij ieders naam eigen te maken, en zelfs hoop ik na enige
tijd meer persoonlijke antecedenten van ieder te weten.
In de afgelopen periode van 5 jaar is de onderlinge verhouding
goed geweest. Ik hoop, dat dit van de komende periode van 4 jaren
ook gezegd mag worden. Wij moeten elkander dus eerst goed leren
kennen, niet te spoedig schrikken en samenwerken in het belang
van de gemeente.
Onze fractie dankt de leden van de andere fracties voor de sa
menwerking in het afgelopen jaar. In sommige dingen waren wij
het wel niet altijd met elkander eens en werd kritiek geoefend op
eikaars gedachtengang en beleid, maar tot heftige botsingen is het
niet gekomen. Zeker is er geen bloed gevloeid. Wij hopen ook in het
komende jaar op Uw medewerking te mogen rekenen, opdat wij
samen onder Gods zegen het werk mogen doen, dat de Bredase
gemeenschap van ons vraagt.
Dank U.
De heer QUADEKKER zegt:
Mijnheer de voorzitter,
Alvorens te beginnen met datgene te zeggen, wat ik op mijn hart
heb bij de behandeling van de gemeentebegroting, verzoek ik U,