538
26 NOVEMBER 1958
mèt mij enige momenten stil te staan bij het overlijden van hem,
die als no. 2 op onze candidatenlijst vermeld stond en als zodanig
ook in de nieuwe gemeenteraad zitting had, de heer G. J. Klompers.
Waar hij, vol enthousiasme, steeds klaar stond om eenieder te
raden, te helpen en te steunen, dit alles in de ruimste zin des
woords en in een schier onbegrensd aantal kringen, viel het hard
te moeten ervaren dat een ongeneeslijke ziekte hem met huivering
wekkende snelheid naar het door ons zo zeer gevreesde einde
bracht. Ik zeg met opzet, het door ons gevreesde einde, want hij-
zelve wist wat er ging komen, WIST wat er van hem gevraagd
ging worden, en de bezoekers die in die tijd bij hem mochten komen,
werden door HEM getroost èn gesticht. Zijn lichaam weigerde
dienst, een bijna niet te accepteren ervaring voor een oud-militair,
doch zijn geest bleef helder, zijn woorden prettig, zijn raadgevingen
waardevol. Vele van zijn laatste gesprekken gingen over DEZE
gemeenteraad en ik kan U verzekeren dat zijn grote hart U allen
in zich borg, als persoon èn als VRIEND. Het is daarom, mijnheer
de voorzitter, dat ik dit nog even wilde releveren en de hoop wil
uitspreken, dat hij, na zijn welbesteed leven de beloning hiervoor
moge hebben verkregen.
Wanneer ik dan, mijnheer de voorzitter, mag beginnen, met wat
heet: het houden van mijn algemene beschouwingen, dan wil ik
allereerst stellen, dat ik niet gewend ben voor zo'n uitgelezen ge
hoor te spreken en tweedens dat ik nog nooit een betoog heb voor
gelezen. Daar ik echter, als nieuweling, vooral wanneer mijn
woorden gewikt en gewogen zullen worden, het spreken a l'impro-
viste wat huiverig vind, en tevens, omdat ik weet dat een afschrift
op papier door notulisten en pers op prijs wordt gesteld, zult U mij
dit willen excuseren, en zal ik trachten mij zoveel mogelijk aan deze
geschreven tekst te houden.
Het ontstaan van onze partij, Progressief Kader, en de motieven,
welke hiertoe hebben geleid, mogen genoegzaam bekend veronder
steld worden. Waar ik alleen even op zou willen terugkomen, is de,
voor oningewijden, (zoals een enkele hoofdredacteur kan zijn), niet
euvel te duiden publikatie, als zouden wij maar liever „ZONDER
PARTIJNAAM" aan de verkiezingen deelnemen.
Een kind, dat op 16 maart geboren wordt, mijnheer de voorzitter,
kan door de gelukkige vader onmogelijk met naam en al op 4
maart daaraan voorafgaand bij de Burgerlijke Stand worden aan
gegeven. En deze 4 maart 1958 was de wettelijk vastgelegde laatste
datum, waarop een naamsaanduiding kon worden verzocht aan het
Centraal Stembureau hier ter stede. Dit als simpele, maar naar ik
meen, duidelijke toelichting over dit onderwerp.
Eenmaal geboren, en springlevend, mijnheer de voorzitter, wil ik
U zeggen, dat ons streven er op gericht zal zijn, als VRIJE mensen
een VRIJE meningsuiting voor te staan, met als basis de beginse
len van het katholieke geloof.
Waar ik, als totale nieuweling in de politiek, géén vooroordelen
op dit, politiek, terrein heb, onbekend ben met vele zaken, doch
mijzelve met alle beschikbare tijd inwerk, zult U, misschien tot
vervelens toe, vragen gesteld krijgen door mij, om mijzelve beter
te kunnen oriënteren.
Vragen, waarvan ik het antwoord bijvoorbeeld niet kon lezen,
omdat deze antwoorden gegeven waren in een informatieve verga
dering, waarvan helaas geen notulen worden opgemaakt.
Vragen, niet uit nieuwsgierigheid, doch uit pure belangstelling.