26 NOVEMBER 1958 543 Wij mogen ons gelukkig prijzen, dat de militaire commandanten in het garnizoen Breda het wèl begrijpen en daardoor de gelegen heid bestond zonder geld toch e.e.a. te organiseren. IK VRAAG AN DERMAAL, mijnheer de voorzitter, BEGRIP VAN UW COLLEGE voor de viering van de herdenking van de bevrijding' van onze stad!! En zo kom ik tenslotte, mijnheer de voorzitter, aan de verhoudin gen in de raad. Verhoudingen tussen b. en w. en onze fractie en tus sen de andere fracties en de onze. Ik ben U persoonlijk dankbaar voor de prettige wijze, waarop U mij helpt de wegen te bewandelen, die in de vergaderingen bewan deld dienen te worden. Ik herinner mij gaarne Uwe regelmatig-terug- kerende geestige, spitsvondige opmerkingen, waarbij Uw uitlating: „achter deze groene tafel vindt U ze van volkomen ingénu tot vol komen medeplichtig", een topscore was! Tot de wethouders, tot wien ik misschien te veel vragen richt, zou ik willen zeggen, op de door hen, soms tè ingewikkelde, antwoorden: Heb geduld met mij, en ik zal U alles... pardon, en ik zal U minder vragen gaan stellen. De verhouding tot de andere fracties, mijnheer de voorzitter, is er een van beslist vriendschappelijke aard, culminerend in het handen geven vóór en na de raadsvergaderingen. Eén ding moet mij nog van het hart; het is beslist niet democra tisch géén enkele plaats te reserveren in een vaste raadscommis sie voor een der fractieleden van Progressief Kader, naast het feit, dat het ook niet elegant is. Het inwerken in de problemen wordt hierdoor nodeloos bemoeilijkt, terwijl toch alle zaken onze volledige belangstelling hebben, en ons streven erop gericht is om, hetgeen door de kiezers van ons verwacht wordt, voor de volle 100 onze plichten als gekozen raadslid te vervullen. Ik wens U, mijnheer de voorzitter, met Uw college een vrucht baar jaar toe, in het belang van Breda, van ONZE gemeente, waar bij het U aan steun van Boven niet moge ontbreken. Tot zover in eerste instantie, mijnheer de voorzitter. De heer RATTINK doet een voorstel van orde. Spreker zal nog over de verhouding van de woningbouwverenigingen en het college van burgemeester en wethouders bij de behandeling van het wo ningbedrijf spreken, aangezien onder dit hoofdstuk in het antwoord op het centraal rapport burgemeester en wethouders gezegd heb ben, dat ter zake nog overleg gaande is. De VOORZITTER zegt, dat bij het antwoord van burgemeester en wethouders met het voorstel van de heer Rattink zeker rekening zal worden gehouden. De heer VERMEULEN stelt voor de replieken te houden op vrij dagmorgen; de fractievoorzitters hebben dan gelegenheid om het antwoord van burgemeester en wethouders op de algemene be schouwingen te bestuderen. De VOORZITTER zegt, wel bezwaren te hebben om de normale gang van zaken te doorbreken. Hierop verder bordurend zouden burgemeester en wethouders weer op hun beurt de duplieken zater dagmorgen kunnen houden. De fracties hebben toch in eerste in stantie ruimschoots de zaken kunnen bestuderen. De heer mr. BASTIAANSEN heeft ook bezwaren tegen het voor-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 543