27 NOVEMBER 1958 549 Ieder wil een toonaard die hem het meest welluidend in de oren klinkt. Het is nog" niet te zeggen of wij er al dan niet voordeel uit zullen halen. Zullen de voorstellen volgens het rapport van de com missie Oud met succes de Kamers passeren? De heer Toxopeus heeft terecht opgemerkt dat er vele nuances mogelijk zijn. Wij dienen het verloop van zaken af te wachen en zeker nu geen maatregelen te nemen, die zouden zijn afgestemd op de mogelijke verwachtingen van de door de Tweede Kamer te nemen besluiten. Wel kan het er daardoor op gelijken, zoals de heer Bas- tiaansen heeft gezegd, dat er geen visie is hoe het beleid zich zal ontwikkelen. Het is echter niet raadzaam het financiële beleid te bepalen als we nog niet weten waaraan we toe zijn. Pas wanneer de nieuwe financiële verhouding bekend is, zal het mogelijk zijn de door hem bedoelde orde op zaken te stellen. In grote lijn kan wor den gesteld, dat ons college een behoorlijk verzorgingsniveau onder alle omstandigheden zal nastreven. Wij menen het vertrouwen te mogen hebben dat dit voor Breda mogelijk zal zijn, gegeven de omstandigheid, dat naar onze mening onze gemeente zich niet aan overdrijving heeft schuldig gemaakt. Wat het tekort op de begroting, in verhouding tot andere gemeenten betreft, moge ik in herinnering brengen wat burgemeester en wethouders schreven in het antwoord op het centraal rapport (blz. 5 bovenaan) Uit vorenstaand overzicht blijkt, dat het basisbedrag van de al gemene uitkering voor Breda het gewogen gemiddelde van de groep van gemeenten benadert. Het basisbedrag van de belastinguitke ring ligt echter aanmerkelijk achter bij het gemiddelde. In totaal ligt de basis van de uitkeringen uit het gemeentefonds 6,62 be neden het gemiddelde (exclusief Breda) hetgeen bij de huidige uit keringspercentages een lagere opbrengst betekent van rond 1.000.000,Hierbij moet dan nog mede in aanmerking worden genomen de bijzondere situatie, waarin Breda verkeert. Door de abnormale snelle groei van de gemeente (vooral bevorderd door de grenswijzigingen in het nabije verleden) is de outillage van het gemeentelijk apparaat ver beneden de noodzakelijke capaciteit ge bleven, terwijl daarnaast het peil van het algemeen verzorgings niveau nog is gebaseerd op de toestand vóór de snelle ontwikkeling van de gemeente. De opvoering van het verzorgingsniveau tot een peil aangepast aan de huidige grootte van de stad moet nu geschieden in een tijd, waarin het kostenpeil zeker het drievoudige bedraagt van vóór 1940. In vergelijking tot gemeenten waar de groei meer gelijkmatig is verlopen en de aanpassing van de outillage geleidelijk kon ge schieden in een relatief goedkope tijd ligt Breda in een zeer ongun stige positie, waardoor de behoefte aan dekkingsmiddelen boven het gemiddelde uitgaat. In het hiervoor gegeven overzicht hebben wij tevens opgenomen de geraamde tekorten op de begrotingen 1958 en 1959 (van het laatste jaar, voorzover thans bekend) van de vermelde gemeenten. Uit dit overzicht blijkt, dat een tekort aan algemene dekkingsmid delen een vrij algemeen verschijnsel is, dat voortvloeit uit de onvol doende regeling van de financiële verhouding. Kan dus, wat betreft Breda op zich gezien, van een ongunstige situatie worden gesproken met betrekking tot de financiële om standigheden door de objectieve achterstand in de hoogte van de uitkeringen en het verzorgingsniveau, in vergelijking met andere gemeenten welke ondanks de gunstige positie in alle opzichten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 549