558 27 NOVEMBER 1958 dening, waarin de minimum leeftijd op 17 jaar is bepaald. De op merkingen van de heer Bastiaansen zullen burgemeester en wet houders nog nader bezien bij de komende wijzigingen van de A.P.V. De heer BASTIAANSEN herinnert aan de vraag van de heer Vermeulen bij diens algemene beschouwingen over het financiële beleid hoe de andere fractievoorzitters hierover dachten. Spreker zal gaarne aan deze uitnodiging voldoen. Als spreker de heer Ver meulen goed begrepen heeft, heeft deze bezwaren tegen het nu gevoerde financiële beleid. Het gevaar zou bestaan dat thans in vesteringen worden gedaan die de gemeente in de toekomst voor grote moeilijkheden zullen plaatsen, omdat dan niet voldoende armslag over blijft. Spreker meent dat de vrees van de heer Ver meulen niet is te rechtvaardigen. Het moge waar zijn dat nu mid delen voor de toekomst worden vastgelegd, maar het betreft uit gaven voor noodzakelijkheden die vroeger of later toch komen. Het wordt dan alleen een kwestie van opschuiven. Het maakt weinig uit of dat nu of later gebeurt. Spreker heeft vertrouwen in het college dat doet wat noodzakelijk is. In verband met hetgeen de voorzitter gezegd heeft over de burger zin merkt spreker op, dat deze niet bestaat uit feestvieringen. Het gaat veel meer over de burgerzin in politiek opzicht, om het mee leven van de burgers met wat gedaan wordt. Men kent de achter gronden niet. De heer Vermeulen heeft bij interruptie de aanmerking gemaakt dat bij de algemene beschouwingen te zeer in details is gesproken, omdat diverse onderwerpen bij de hoofdstuksgewijze behandeling aan de orde behoorden te worden gesteld. Spreker is het er mede eens dat dit wel eens is voorgekomen, maar hij huivert er voor om in dit verband „planmassig" te handelen. Een vertegenwoordiger van de fractie moet de vrijheid hebben het fractiestandpunt cen traal te stellen en zodoende extra licht op diverse onderwerpen te laten vallen. Spreker voelt overigens voor de gedachte van de voor zitter om vóór de volgende algemene beschouwingen nog over dit punt van gedachten te wisselen. Deze algemene beschouwingen zullen echter niet ten volle „planmassig" moeten worden. Boven dien, de heer Vermeulen heeft blijkbaar zichzelf niet goed gehoord, want ook hij heeft onderwerpen behandeld, welke bij de hoofdstuk ken nog aan de orde komen; daarnaast heeft hij uitvoerig de lands- politiek in zijn beschouwingen betrokken en daarmede de woede van de heer Toxopeus opgeroepen, al was dat dan de bekende ge moedelijke woede. Hij heeft ook gezegd, dat de heer Toxopeus eigen lijk een ronde voorligt bij de algemene beschouwingen. Spreker kan zich dit wel voorstellen, omdat de heer Toxopeus graag afwijkt van hetgeen hij voor zich op papier heeft staan. Men moet dit sportief opvatten. Overigens waren de pijlen niet op spreker gericht, maar hij heeft ook niet uitgedaagd. De heer Minderhoud heeft zijn spijt betuigd over een enkele benoeming. Hiermede heeft hij gesugge reerd dat deze raad met name de K.V.P. zijn wil zou opleg gen aan de minderheid. Deze benoeming lag echter geheel buiten de competentie van de raad. Burgemeester en wethouders hebben benoemd. Spreker gelooft niet dat de heer Minderhoud dit bedoelde te zeggen en dat hij ook in dit opzicht een ruim en breed stand punt inneemt. De heer Quadekker heeft gesproken over zijn politieke organisa tie, doch hij heeft er wijselijk van afgezien de doelstellingen hiervan te herhalen. Hij heeft geklaagd over de wijze van benoeming van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 558