Voortzetting 27 november 1958
De VOORZITTER zegt, dat, wanneer de orde van de raad kritisch
en streng zou worden doorgevoerd, niemand van de senioren en ook
hijzelf er niet aan zou ontkomen zich op de borst te kloppen. Hij
wenst hierover thans geen discussie meer. Vóór de volgende begro
tingsbehandeling zal hij in een seniorenconvent hierover vertrouwe
lijk beraad houden.
Wat het bevorderen van de burgerzin betreft, waarover de heer
mr. Bastiaansen nogmaals heeft gesproken, wenst hij te releveren,
dat hij duidelijk heeft gezegd, dat uit de feestbereidheid van de
burgerij blijkt, dat de Bredase bevolking van haar stad houdt. De
meest efficiënte wijze om de burgerzin te bevorderen is de burgers
op een breder vlak aan het bestuur te doen deelnemen. Spreker
wijst er op, dat hij een wetswijziging zeer zou appreciëren, waarbij
de burgerij een functionele deelneming aan het bestuur zou ver
krijgen. In de bestaande wetgeving ligt deze zaak heel moelijk. De
praktijk redt zich wel. Wat het aantal leden van het college van
burgemeester en wethouders betreft is het college van mening dat
de tegenwoordige sterkte voldoende is voor de normale arbeid. Een
vijfde wethouder wordt thans niet nodig geacht. Spreker zou er
voor voelen de begroting met meer verve ter tafel te brengen. Zij
is echter een vrij dor en technisch geheel en alleen voor de vakman
een prettig stuk werk. Voor één jaar zou het aardig zijn haar jour
nalistiek om te werken, doch om dit telken jare met enige variatie
te doen is onmogelijk.
Bij ieder uitbreidingsplan wordt aan de verhouding eengezins- en
meergezinshuizen alle aandacht besteed. Men moet echter deze ver
houding over het geheel zien en niet bij elk onderdeel de verhouding
gaan afmeten. Het is een teken van wijs beleid hier de juiste ver
houding tussen hoog- en laagbouw te vinden.
Op de opmerking van de heer Vermeulen inzake de BBA en de
woonruimteverdeling zal spreker niet meer terugkomen nu de raad
deze zaak heeft afgedaan. Indien de heer Minderhoud als privaat
persoon contact met de ambtenaren zoekt, dan kan spreker daar
tegen geen bezwaren hebben.
Bij de benoeming van sollicitanten wordt gezocht naar de beste
man voor de vakante plo.ats. Het doet spreker genoegen de heer
Minderhoud goed gelanceerd te hebben in zijn aanleg voor politie
officier. Zijn stelling is dus in wezen bevestigd. De heer Quadekker
heeft meer vertrouwen in de wijkraden dan spreker. Hij zal het
waarderen indien de heer Quadekker voorbeelden van gemeenten
kan noemen, waar wijkraden nuttig functioneren. Het college van
burgemeester en wethouders staat open voor initiatieven uit de
burgerij voor de viering van de bevrijdingsdag. De vraag rijst ech
ter of de raad hiervoor een krediet zal voteren. Inzake de infor
matieve vergadering over het rijkswegenplan kan spreker nog geen
definitieve toezeggingen doen. Hij hoopt echter, dat deze vergade
ring in het eerste halfjaar van 1959 zal kunnen worden gehouden.