27 NOVEMBER 1958 575 meester en wethouders merkt spreker op, dat er in de Rithsestraat nog 5 percelen zijn, die niet zijn aangesloten en in de Sprundelse- baan nog 4 percelen. Is het niet mogelijk deze van licht te voorzien? De heer VAN DE NOORT zegt, dat hij zich wenst aan te sluiten bij de woorden van mevrouw Van Mierlo. Spreker denkt hierbij vooral aan mensen met een laag weekinkomen, voor wie incasso om de 1 of 2 maanden heel bezwaarlijk is. Is het niet mogelijk, dat niet alleen de wanbetalers, maar iedereen die een incassonieter wenst, zulk een meter kunnen aanschaffen? De heer VERMEULEN zegt het volgende: ELEKTRICITEITSBEDRIJF Algemeen. In het centraal rapport wordt door een van onze medeleden de vraag gesteld of het juist gezien was dat de winst door dit bedrijf gemaakt aanzienlijk hoger ligt dan hetgeen als winst aan de ge meente wordt uitgekeerd. Hij verbond daaraan de vraag of, indien zulks het geval was, Uw college het juist achtte dat door de nuts bedrijven, gezien de doelstelling van deze bedrijven, dergelijke win sten werden gemaakt. In Uw antwoord op deze vraag, mijnheer de voorzitter, zegt Uw college dat dc gemaakte winst inderdaad niet hoger is dan aan de gemeente werd uitgekeerd, tenzij men dc aan de gemeente te beta len precario-rechtcn ook als zodanig zou willen beschouwen. Dit antwoord is naar het oordeel van mijn fractie niet geheel in overeenstemming met de waarheid. Naar het oordeel van mijn fractie zijn de precario-rechten niet te beschouwen als winst, zij zijn bedrijfslasten in de vorm van een plaatselijke belasting en dienen dus normaal in de kostprijs van het bedrijf te worden verwerkt. Dat de algemene dienst van deze belasting de baten ontvangt is zeer normaal en in dit opzicht onderscheidt deze belasting zich dus niet van de overige plaatse lijke belastingen. In zoverre gaat mijn fractie dus wel accoord met de opvatting van Uw college. Mijn fractie is het echter niet eens met Uw college als U op grond daarvan zou willen doen concluderen dat de winst dus inder daad niet hoger is dan wat hiervoor aan de gemeente wordt uitge keerd. Datgene wat nl. onder post 32 aan de reserve voor investe ringen wordt toegevoegd ten bedrage van 213.544 gulden, ook al geschiedt deze toevoeging dan op verzoek van de regering, is wel degelijk eveneens als winst te beschouwen, zij het dan dat dit deel van de winst wordt gereserveerd. De totale winst van het bedrijf bedraagt hierdoor dus ca. 490.000,waarvan 275.000 aan de algemene dienst wordt uitgekeerd en ca. 215.000 aan de reserve wordt toegevoegd. Dit is de geraamde winst uit de exploitatie voor dit jaar. Er is echter ook nog winst uit kapitaal. De hierboven bedoelde reserve bedraagt reeds per 1 januari 1958 1.115.629 waarvan de rente welke daarover wordt vergoed eveneens aan de algemene dienst ten goede komt. Zo gesteld zou men de rente ad 49.114 welke op deze wijze eveneens aan de algemene dienst ten goede komt evenzeer kunnen beschouwen als een winstuitkering aan de gemeente, zij het dat deze niet afkomstig is uit de gewone dienst van het bedrijf doch uit de kapitaaldienst daarvan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 575