582 27 NOVEMBER 1958 per m3 met ca. 0.4 ct. per m3 gestegen tengevolge van belang rijke investeringen. 3) Ook hier zijn de overige kosten belangrijk gedaald hetgeen zou duiden op efficiency-verbeteringen. 4) Er is slechts een geringe marge meer over, zodat verdere be langrijke stijgingen van de kapitaalslasten tariefsverhogingen ten gevolge zullen moeten hebben, tenzij deze kosten gedeelte lijk t.l.v. reserves kunnen worden gebracht. 5) Zonder de situatie in verhouding tot 1852 te verslechteren zijn er nog tariefsverhogingen mogelijk tot gemiddeld 3 ct. per m3. Aan de hand van de hiervoor genoemde gegevens komt onze fractie tot de conclusie, dat tariefsverhogingen bij voortgaande uit breidingen voor het gasbedrijf welhaast niet tc vermijden zijn. Zij heeft reeds eerder bij Uw college erop aan gedrongen, dat zo deze te voorzien waren, zij meer voelt voor een geleidelijk en dan liefst zo laag mogelijke verhoging dan dat de omstandigheden later zouden dwingen tot meer drastische maatregelen. Zij zal daarom ook gaarne zien dat Uw college zo spoedig mogelijk zijn standpunt bepaalt en zo nodig terzake met voorstellen in de raad zal komen. De heer VAN HOUTEN zegt, dat er nu een voorstel van burge meester en wethouders is om de winstuitkering van het gasbedrijf met 10.000.- - te verhogen. Spreker zou liever zien, dat dit bedrag zou worden gereserveerd, tenzij de wethouder zegt, dat de reserve niet in het bedrijf blijft. Wethouder MEIJS antwoordt, dat de middendrukleiding voor het gas abusievelijk reeds in de bespreking van de begroting van het elektriciteitsbedrijf is geslopen. Met de aanleg van deze leiding zal spoed moeten worden betracht. Te berekenen hoeveel een en ander in totaal gaat kosten is geen bagatel. Het is nog niet te bezien, wanneer terzake een voorstel kan worden gedaan. Het is overigens niet denkbeeldig dat er indien er geen verbetering komt, calami teiten zijn te verwachten. Verhoging van de tarieven ten gevolge van de middendrukleiding is niet onmogelijk. De nutsbedrijven moe ten immers 3,50 per inwoner winst opleveren. Overigens zien burgemeester en wethouders niet graag, dat deze winsten hoger worden dan strikt nodig is. Burgemeester en wethouders zien ze inderdaad als nutsbedrijven. Mocht te zijner tijd tariefsverhoging nodig zijn, dan zal tijdig een voorstel aan de raad worden gedaan. Naar aanleiding van de vraag van de heer Van Houten zegt spr. dat de reserve inderdaad niet in het bedrijf blijft. Burgemeester en wethouders streven naai' een bepaalde verdeling van genoemd be drag ad 3.50 over de drie bedrijven t.w. 2,voor het elektrici teitsbedrijf, 1. - voor het gasbedrijf en 0.50 voor het waterlei dingbedrijf. Het is echter niet mogelijk deze verhouding steeds aan te houden. De heer VERMEULEN zegt, dat hij het met de wethouder niet eens is, indien deze zegt, dat deze bedrijven geen hogere winst mogen opleveren. Dit is wel mogelijk als deze hogere winst wordt gereserveerd ten behoeve van het bedrijf. Worden er grotere win sten gemaakt, dan moet men niet terstond de tarieven verlagen, want grotere investeringen kunnen de hogere winsten weer te niet doen. Reservering is derhalve noodzakelijk. Wethouder MEIJS antwoordt, dat hij het in deze met de heer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 582