27 NOVEMBER 1958 585 De heer VAN BIJNEN zegt, dat hij niet alleen de reductie op de tarieven van de waterleiding, maar ook die op gas en elektriciteit op het oog heeft. De heer VERMEULEN is erkentelijk voor de toezegging, dat de kwestie van de N.V. Waterleidingmaatschappij in de afdeling zal worden behandeld. Spreker heeft van de wethouder niets gehoord over de koppeling van de winsten der bedrijven. Het eventueel te kort uit het waterleidingbedrijf mag niet gedekt worden door de winst uit het elektriciteitsbedrijf. Wat de gezinstarieven aangaat merkt spreker op, dat er naast het prestatieloon ook een behoefte- loon nodig is. Anderzijds moet men met het vaststellen van het behoefteloon voorzichtig zijn, omdat dit landelijk is geregeld in de vorm van de kinderbijslag. Dit is een kwestie van doelmatigheid. Naast de tabel voor behoefteloon zijn bepaalde reducties niet nodig. Spreker vraagt zich daarom af of toepassing van gezinsreductie op de waterleidingtarieven wel doelmatig is, temeer omdat wegens de wethouder de kosten even hoog zullen zijn als de reductie zelve. Het nuttig effect is dan zoek, Spreker zou de leden van de KVP- fractie willen adviseren te bevorderen, dat de kinderbijslagregeling wordt herzien. Wel wenst spreker er op te wijzen, dat bij zijn fractie niet de minste twijfel bestaat aan het principe, dat het be hoefte-element van het grote gezin dient te worden erkend. Men moet zich hier echter laten leiden door de nuttigheid van een bepaalde maatregel. De heer NIEUWLAAT antwoordt, dat de P.v.d.A. beslist geen voorstandster is van reducties op gas, water en elektriciteit. De nood dwingt echter tot deze reductie over te gaan, nu de kinder- bijslagregeling door de houding van de P.v.d.A. niet wordt herzien. De heer QUADEKKER merkt op, dat degenen, die water hebben of hebben gehad in de periferie van Breda, van de Waterleiding Maatschappij N.W. Brabant altijd een kaartje thuis krijgen om gegevens in te vullen voor de reductie. Spreker kan zich niet voor stellen, dat hetgeen Oudenbosch wel kan, Breda niet zou kunnen en dat er na twee jaar plussen en minnen nog geen voorstel ter tafel kan worden gebracht. De heer VAN DEN EEDEN zegt, dat er naast de behoeftefactor ook nog zo iets is als de verdelende rechtvaardigheid. De P.v.d.A. en de heer Vermeulen zijn wel geen tegenstander maar toch zeker geen voorstander van de gezinsreducties. Spreker mag hierbij herinneren aan het debat over een reductie op de gastarieven van 1 of 2 cent per dag per gezin. Uit dit debat is wel gebleken, dat de P.v.d.A. geen erge voorstandster is van gezinsreducties. Volgens spreker zijn de nutsbedrijven er niet in de eerste plaats om winst te maken. Het zijn geen winstbedrijven. Het algemeen belang is hun doel. Als er winst wordt gemaakt dan dient deze te worden gereserveerd en dan dient te worden bekeken of de tarieven niet te hoog zijn. Wethouder MEIJS antwoordt, dat hij aan de termijn door de heer Hulskramer gesteld kwalijk kan voldoen. Hij heeft dit niet in de hand. Er wordt echter met spoed aan gewerkt. Het voorstel komt echter binnen niet al te lange tijd. De heren Hulskramer en Qua- dekker hebben blijkbaar van de kosten geen begrip. Men moet hierbij de efficiency in de gaten houden. Spreker hoopt er in te slagen een behoorlijk tarief te vinden. .in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 585