610 28 NOVEMBER 1958 Spreker wijst er echter op, dat dit zeer kostbaar is en dat men deze kosten zeker op meer dan 100,000,per jaar kan ramen. De gemeente Breda heeft momenteel een statisticus in dienst die door een of twee ambtenaren terzijde wordt gestaan. Dit vraagt reeds een belangrijk bedrag per jaar en ofschoon de gegevens on misbaar kunnen worden genoemd, rijst bij spreker toch de vraag waar het evenwicht tussen het rendement en de uitgaven ligt. De statistische afdeling in de gemeente Breda bestaat pas een paar jaar en burgemeester en wethouders zoeken nog naar een juiste vorm in de wijze van werken. Spreker verzoekt aan de raad niet thans reeds de wens uit te spreken om maandelijks of per kwartaal statistische gegevens te ontvangen. De statistische gegevens over de gemeente Breda zullen geleide lijk aan verbeteren. Spreker noemt het een koud kunstje diverse mensen aan het werk te stellen, doch de doelmatigheid hiervan te beoordelen is veel moeilijker. Hij noemt het voor de raad gemakke lijk op statistische gegevens aan te dringen, doch voor burgemeester en wethouders is het zeer moeilijk deze gegevens te verschaffen. In vroegere jaren is in Breda een statisticus in algemene dienst werk zaam geweest, doch de ervaring was bepaald niet bemoedigend. Spreker deelt mede, dat burgemeester en wethouders niet van oordeel zijn, dat het verstrekken van statistische gegevens niet wenselijk is, maar zij wensen de statistische afdeling van de ge meente te laten groeien. Een voorzichtig laten opgroeien zal tot een goed resultaat leiden. De afdeling statistiek is ondergebracht bij de dienst van openbare werken. De statistieken die van deze afdeling inkomen en die voor de raad van belang zijn, zullen aan de raad ter inzage worden gegeven. Wethouder ROMSOIVÏ zegt dat de heer Van den Eeden namens de K.V.P.-fractie gesproken heeft over het classificeren van de gemeente Breda in de eerste klasse. Deze classificatie is van groot belang en niet alleen voor de ambtenaren, woonachtig in de gemeente, doch ook voor het particuliere bedrijf. Spreker is het volkomen eens met de gemeenteraad en het gemeentebestuur heeft geruggesteund dooi de uitdrukkelijk naar voren gebrachte verlangens van de raad in de loop der jaren mondeling en schriftelijk bij voortduring gepleit voor en herziening van de classificatie van de gemeente Breda in het bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren, welke regeling in dit opzicht ook bepalend is voor de bezoldiging van provinciale en gemeente-ambtenaren, in Breda woonachtig. De in de loop der jaren schriftelijk gedane betogen vullen een lijvig dossier; in mon deling onderhoud met opeenvolgende ministers is deze aangelegen heid uitvoerig besproken. Bovendien werd door tussenkomst van leden van de staten generaal ook in deze vergadering herhaalde lijk op de positie van Breda gewezen. Aangenomen mag worden, dat deze acties er toe hebben bijgedra gen dat de aanvankelijk voor het gebied van de voormalige ge meente Princenhage geldende klasse-aftrek, naar een derde klas gemeente, in 1956 is komen te vervallen. Zulks was met name van belang voor de leerkrachten van het bijzonder onderwijs in dit deel van de gemeente. De andere pogingen hadden helaas tot nu geen resultaat. Wel werden in de bezoldigingsregeling 1955 eerste klassesalarissen opgenomen voor de ambtenaren van de gemeente Breda. Dit besluit was een belangrijk onderdeel in de totale gemeentelijke actie. In de loop van dit jaar heeft de minister ernstige bezwaren ten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 610