28 NOVEMBER 1958 611 aanzien van deze eerste klassesalarissen naar voren gebracht. De bezwaren van de minister hangen samen: a. met gevreesde repercussies van het besluit van de raad in de bezoldigingsregeling 1955 ten aanzien van classificatie-regelin gen in het particuliere bedrijfsleven; b. met repercussies ten aanzien van classificatie voor overheids personeel in andere gemeenten; waar 't gemeentebestuur gelijke of gelijksoortige afwijkingen van het rijksbezoldigingsbesluit wil nemen, in navolging van het Bredase besluit. De aangelegenheid is op het hoogste ambtelijke niveau uitvoerig ten departemente besproken. Een hierop gevolgde briefwisseling tussen de minister en het college van burgemeester en wethouders is nog niet afgesloten; ons college is doende zijn standpunt op een één dezer dagen ontvangen brief van de minister te bepalen. Spreker merkt op dat de klasse-aftrek voor een tweede klas-ge meente ten aanzien van een eerste klas-gemeente thans 3 be draagt van het salaris, met een maximum van 126,- Spreker deelt mede, dat deze kwestie de volle aandacht van bur gemeester en wethouders heeft gehad en altijd de volle aandacht zal blijven hebben. De spaarregeling is in concept gereed en in de raadsvergadering van december zal een voorstel terzake worden gedaan. Wel rijst de vraag in hoeverre van de rijksnormen zou kunnen worden afge weken. Het jeugdig personeel zal mettertijd kunnen deelnemen het zij aan de ambtelijke premiespaarregeling dan wel aan de regeling ingevolge de jeugdspaarwet. De heer KAMPHUIS heeft niet de voorbeelden van andere ge meenten genoemd om deze na te volgen. Het was hem meer te doen om burgemeester en wethouders te illustreren, dat in andere ge meenten iets wordt gedaan op het gebied van het aankweken van de burgerzin. Uit het antwoord van de voorzitter is spreker geble ken, dat er door burgemeester en wethouders in principe iets voor wordt gevoeld. In Zaandam werkt in dit opzicht de Zaandamse Ge meenschap aardig. Wellicht zou de Culturele Gemeenschap hierover eens advies kunnen geven. Spreker zou echter niet zo ver willen gaan als in de gemeente Delft. Uit een persbericht is hem gebleken dat in deze gemeente tijdens de behandeling van de gemeentebegro ting aan de belangstellenden op de publieke tribune thee, koffie en zelfs soep werd verstrekt. De heer VAN DEN EEDEN is dankbaar dat burgemeester en wethouders alle pogingen in het werk stellen om de gemeente Breda in de eerste klasse geclassificeerd te krijgen. Spreker heeft met zijn betoog de bedoeling gehad om evenals een smid, die door het telkens hameren op een stuk ijzer een werkstuk vervaardigt, te blijven hameren op de classificatie van Breda. Wellicht zal dit bij het blijven aandringen bij de minister van burgemeester en wethouders en de raad van Breda toch resultaat opleveren. De heer VERMEULEN zou burgemeester en wethouders gaarne de vraag stellen tot wiens portefeuille de afdeling statistiek van de gemeente gerekend moet worden. Omdat de sociografische en sta tistische afdeling bij openbare werken is ondergebracht zou de in druk kunnen bestaan dat deze afdeling ressorteert onder de wet houder van openbare werken. Burgemeester en wethouders moeten het spreker niet kwalijk nemen indien hij van oordeel is dat deze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 611