614
28 NOVEMBER 1958
bare werken moet blijven maakt een zaak van overweging uit bij
burgemeester en wethouders. Spreker merkt echter op, dat de
sociograaf rechtstreeks instructies kan krijgen van burgemeester
en wethouders. Indien er behoefte bestaat aan gegevens, die spe
ciale studies vereisen, dan kan te allen tijde worden overgegaan tot
het inschakelen van bestaande instituten, zoals het E.T.I., het Kas-
ki, de provinciale planologische dienst.
Het gemeentebestuur maakt thans gebruik van:
1. de in dienst zijnde sociaal geograaf, die thans continu-arbeid
verricht in verband met de stedebouwkundige ontwikkeling van
de stad;
2. de bestaande statistische gegevens van het Centraal Bureau
voor de statistiek;
3. het economisch technologisch instituut;
4. het gewestelijk arbeidsbureau.
Hierdoor beschikken burgemeester en wethouders en de raad over
belangrijke gegevens.
Spreker heeit er echter geen bezwaar tegen een gesprek te hebben
met het seniorenconvent. Hij is er echter van overtuigd, dat de zaak
niet zo somber is als door de heren Vermeulen en Toxopeus voor
gesteld.
In verband met het door de heer Toxopeus genoemde voorbeeld
over het haagje van het sportcomplex merkt spreker nog op, dat
de raad andere middelen heeft om dit te controleren. Dit zou kunnen
geschieden bij de controle op de gemeenterekening door de com
missie.
De heer VERMEULEN deelt mede, dat dan voor deze controle
door de commissieleden een maand vakantie genomen dient te
worden.
De VOORZITTER is van mening, dat het bestuderen van statis
tieken meer dan een maand vakantie in beslag neemt.
De heer KAMPHUIS vraagt nog of het gemeentelijk autopark
tegen w.a. is verzekerd.
De VOORZITTER bevestigt dit.
Hierna wordt hoofdstuk II van de
begroting vastgesteld.
HOOFDSTUK III
De heer KAMPHUIS zegt:
Mijnheer de voorzitter,
Weer moet ik er op wijzen, dat door de wijze waarop de heer Min-
derhoud bij de algemene beschouwingen hoofdstuk III reeds heeft
behandeld, het voor de gewone leden zeer moeilijk wordt als de
buitengewone leden zich niet aan de regels van het spel houden.
En al ben ik dan vroeger niet bij de politie geweest - en hoop
daar ook niet bij te komen toch wilde ik gaarne enige opmerkin
gen maken ten aanzien van dit hoofdstuk.
Op de vraag hoe het staat met de dienstcommissies bij de politie
wordt geantwoord, dat „ten departemente" thans in voorbereiding