28 NOVEMBER 1958 615 is een regeling inzake het overleg bij de politie. Dit zijn schone woorden en houden beloften in die wij nu reeds vele jaren ontvangen op deze vraag. Men werkt schijnbaar ten departemente niet erg vlot. Reeds bij de behandeling van de begroting 1956 is geantwoord dat met deze zeer omvangrijke voorbereidende werkzaamheden be reids een aanvang werd gemaakt en dat te verwachten is, dat in 1957 de nodige voorstellen kunnen worden verwacht. Bij de behan deling van de begroting 1958 werd geantwoord, dat de dienstcom missies na het in werking treden van de politiewet tot stand zullen komen en thans bij de begroting 1959 zijn er nog geen dienstcom missies bij de politie en is men nog ten departemente aan het voor bereiden. Deze gang van zaken is wel zeer onbevredigend en ik ben het met diegenen eens, die in de tweede kamer de betrokken minis ter hierover geïnterpelleerd en hem erop gewezen hebben, dat vele zaken te lang blijven liggen. Ik ben nieuwsgierig, mijnheer de voorzitter, wat er het volgend jaar op dit punt weer geantwoord moet worden. Uit Uw antwoord op het centraal rapport blijkt dat de maximum snelheid het meest wordt overschreden op de invalswegen en de singels. Het is voor een automobilist niet altijd gemakkelijk om te weten wanneer hij 70 of 50 km mag rijden. Dit is natuurlijk geen vraag in de stad. maar geldt alleen voor de invalswegen en de singels. In verschillende grote steden wordt op populaire wijze het verkeer middels borden hierop gewezen. Persoonlijk weet ik dat dit zeer goed werkt. Door mij is reeds eerder hierop geattendeerd, maar de leiding in Breda wilde er niet aan, op grond van m.i. aller lei bijkomstige redenen. We kunnen toch veilig aannemen, dat deze grote steden, die hiervan in het buitenland studie hebben ge maakt, heus wel weten, wat ze doen en hiervan ook succes verwach ten. Maar in Breda verkeersbrigades is niets, dit moeten particu lieren doen. Met het spreken van vreemde talen is zeer schoorvoe tend een begin gemaakt. De vreemdeling moet maar Nederlands spreken. Een rijwielpad langs de Wilhelminasingel is niet nodig, enzovoorts. Ondanks Uw mededeling, dat op de invalswegen en singels, waar onder ook de Wilhelminasingel is begrepen, de meeste bekeuringen vallen voor het overtreden van de maximum snelheid, antwoordt U, dat het gevaar op deze singel voor wielrijders is verminderd ten gevolge van het invoeren van de maximum snelheid. Voor mij blijft het echter een onding, dat van een zeer drukke weg als de Wilhelminasingel is gebruik moet worden gemaakt door wiel rijders en automobilisten, en dat terwijl men overal anders rijwiel paden aanlegt, om de wielrijders van dergelijke drukke wegen af te houden. Doch niet te Breda, daar moeten de wielrijders maar zien hoe ze het klaren, terwijl er naast deze singel een wandelpad ligt, dat zeer weinig gebruikt wordt en waarvan met enige goede wil en zonder heel veel kosten een rijwielpad gemaakt kan worden. Uit Uw overzicht inzake verkeersovertredingen blijkt, dat in 7 maanden van het afgelopen jaar 6479 bekeuringen zijn uitgedeeld. Hieruit blijkt volgens mij wel, dat er aan de verkeersdiscipline in onze stad "het een en ander mankeert. Het moge dan waar zijn, dat tengevolge van de maximum snelheid het aantal verkeersonge lukken is teruggelopen, maar dit is echter niet het geval met de ongelukken met dodelijke afloop. Deze zijn niet minder geworden. En hoeveel leed en ellende zit er voor de nabestaanden aan zo'n ongeluk vast. De veiligheid in het verkeer is daarom van zeer groot belang en ik heb het idee, dat de politie doet wat ze kan met de haar beschikbaar staande middelen. Echter zonder hulp en me-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 615