15 JANUARI 1958
59
ten dat in verband met de bestedingsbeperking en de moeilijke finan
ciële situatie voor Breda het aantal te bouwen woningen in 1958
aanmerkelijk minder zal zijn dan in de voorgaande jaren. Is het Uw
college mogelijk ons hieromtrent enig inzicht te verschaffen In Uw
antwoord op het centraal rapport stelt U op pagina 3 dat U met de
bestaande woningbouwverenigingen in overleg bent getreden over de
in de toekomstige stadsuitbreiding te realiseren bouwplannen. Is het
mogelijk hieromtrent enige nadere inlichtingen aan de raad te ge
ven? Reeds eerder vroegen wij Uw bijzondere aandacht voor de
bouw van tehuizen voor bejaarden. Wanneer men weet hoe groot
de wachtlijsten zijn die bij de bestaande huizen voor bejaarden be
staan, dan vraagt men zich toch met zorg af wanneer daarin enige
verbetering zal kunnen worden aangebracht. Heeft het overleg van
Uw college met de woningbouwverenigingen ook dit onderwerp be
troffen
Tengevolge van de bestedingsbeperking is bij bepaalde bedrijfs
takken een verminderde bedrijvigheid te bemerken. Dit heeft ook
geleid tot ontslagen. Voor zover de cijfers bekend zijn is het aantal
werklozen te Breda zelf niet alarmerend groter geworden. In het
nabijgelegen ontwikkelingsgebied van Etten c.a. is dit wel het geval.
Wanneer ook te Breda onverhoopt de werkloosheid aanmerkelijk zou
toenemen dan geloof ik niet, dat men zulks had kunnen voorkomen
door bepaalde activiteiten van het gemeentebestuur.
Op het gebied van de industrialisatie beperkt zich de taak van een
gemeente als Breda tot het beschikbaar hebben van bouwterreinen
voor industrie en tot het bekend maken van de aanwezigheid hiervan.
Men mag immers niet uit het oog verliezen dat, wanneer men een
bepaald soort van acquisitie wil voeren op het gebied van het aan
trekken van industrie, men moet kunnen wijzen op faciliteiten welke
andere gemeenten niet hebben. De meest aantrekkelijke faciliteiten
voor industrieën welke zich willen vestigen, zijn het aanbod van goed
kope gronden, gunstige ligging, ruime arbeidsmarkt en een premie
op het vestigen binnen een bepaald gebied. Vooral deze laatste fac
tor is meestal een factor van groot belang. Breda kan deze facili
teit niet aanbieden en het is zeker jammer dat de werking van deze
premie-regeling voor het ontwikkelingsgebied in de nabijheid van
Breda is opgeschort. Immers elke werkverruiming in de omgeving
van Breda heeft evenzeer op onze gemeente een gunstige invloed en
het zou zeker aanbeveling verdienen de naburige gemeenten bij haar
eventuele pogen tot het herkrijgen van de premie-regeling te steunen.
Wat de overige factoren betreft kan worden gezegd dat Breda
daarover wel beschikt. Wij hebben gunstig gelegen industrie-ter-
reinen en de prijs daarvan is vergeleken met soortgelijke steden
toch niet onredelijk hoog te noemen. Hoogstens kan men zeggen dat
het jammer is dat Breda niet eerder over deze industrieterreinen
heeft kunnen beschikken, omdat dan wellicht nu elders gevestigde
industrieën naar Breda waren gekomen. Voor de industrie van Breda,
welke voornamelijk ten noorden van de spoorweg is gevestigd, zal
het echter wel van belang zijn, dat zo spoedig mogelijk het hoog-
spoor worde gerealiseerd. Het is dan ook jammer dat U ons moest
mededelen dat in de huidige omstandigheden over het tijdstip van
realisering niets positiefs kan worden medegedeeld. Wij vertrouwen
er echter op dat Uw college alles in het werk zal stellen om dit plan
zo spoedig mogelijk tot uitvoering te brengen.
Een punt dat menigmaal in deze raad ter sprake is gebracht, is
de herziening van de classificatie voor de gemeente Breda. U deelt
ons mede dat nog geen antwoord op het verzoek tot herziening is
ontvangen en dat het inopportuun is op een bespoediging van dit