28 NOVEMBER 1958
617
opstellen van een dergelijk apparaat b.v. in het Verkeerscentrum
zou volgens spreker goede diensten kunnen bewijzen. De auto
bestuurders zouden zich dan vrijwillig aan de test kunnen onder
werpen. Dit geldt vooral voor de oudere autobestuurders.
Vervolgens vraagt spreker de aandacht voor de situatie aan de
Terheijdenseweg.
De VOORZITTER onderbreekt de heer Quadekker en verzoekt
hem geen nieuwe zaken, die niet in het centraal rapport aan de orde
zijn geweest, thans te bespreken. Het is spreker toch niet mogelijk
hierop een antwoord te geven. Hij verzoekt de heer Quadekker deze
vraag bij de rondvraag van de volgende raadsvergadering te stellen.
De heer QUADEKKER heeft hiertegen geen bezwaar en ver
volgt met het parkeerverbod op de Grote Markt.
De VOORZITTER ziet zich gedwongen de heer Quadekker weder
om te onderbreken en hem te verzoeken ook geen detailzaken te
bespreken. Hij verzoekt hem deze kwesties schriftelijk te geven,
opdat hij het advies van de commissaris van politie kan inwinnen.
De heer QUADEKKER heeft hiertegen eveneens geen bezwaar.
De heer TOXOPEUS was het niet bekend, dat er gewone en bui
tengewone raadsleden waren. En ofschoon de voorzitter altijd zeer
actief is, heeft hij nu niet bespeurd, dat deze bezwaren had tegen
deze uitdrukking. Spreker had bij het centraal rapport de vraag
gesteld over het aangeven van het einde van de snelheidsbeperking
voor motorrijtuigen. In het antwoord op het centraal rapport delen
burgemeester en wethouders mede, dat het punt waar het bord
„bebouwde kom" staat het einde is van deze beperking. Men zal
dus altijd om moeten kijken naar dit bord. Spreker weet dat dit zo
de methode is, doch hij acht dit zeer gevaarlijk. Er bestaat echter
een verkeersbord met een schuine streep erover om de snelheidsbe
perking aan te geven.
Spreker vraagt burgemeester en wethouders vooral te doen zor
gen voor een goede aanduiding.
De heer VAN CAULIL zegt:
De vraag omtrent de zomersluiting werd niet door mij gesteld.
Toch wil ik er gaarne ook iets over zeggen.
Volgens Uw antwoord, was er gedurende de zomertijd van dit
jaar de normale sluitingstijd, voor de café's nl. 24 uur; zaterdag
en zondag 1 uur, met een speciale regeling, nl. een bonnenstelsel.
Dit bonnenstelsel heeft niet voldaan volgens Uw mededeling en is
door enkelen zelfs misbruikt. Ik had gaarne de onderstreping gezien
van 't woordje Dit, dan zou het m.i. juister gesteld zijn geweest.
Ook de belangengroepen, nl. de exploitanten van de horecabedrij
ven en de werknemers in deze bedrijven zijn er van overtuigd, dat
dit bonnenstelsel niet heeft voldaan. Men vond de huidige vorm niet
ideaal, in het bijzonder de „gebruiksvoorwaarden". Zijn burge
meester en wethouders echter niet van mening, dat de sluitingstijd,
van 12 uur, ondanks alles gewijzigd dient te worden? Is het wel
juist, dat in ons groot Breda, alle gastheren, indien ik de exploi
tanten van horecabedrijven zo noemen mag, om 12 uur hun deuren
moeten sluiten? Ik meen van niet! Het was daarom verheugend,
dat vanaf 1953 elk jaar uitzonderingen werden gemaakt op dit
sluitingsuur tijdens de zomermaanden. Uitzonderingen mogen ech-