Voortzetting 28 november 1958
De VOORZITTER heropent de vergadering. Hij deelt mede, dat de
raad een uur achter is op het tijdschema van het vorig jaar. Hij zou
gaarne zien dat de beraadslagingen over de begroting 1959 in deze
vergadering tot een goed einde zouden worden gebracht. Hij ver
zoekt de raadsleden zich een vrijwillige zelfbeperking in de spreek
tijd op te leggen. Spreker verzoekt de leden van eenzelfde fractie
niet in herhaling te treden.
Mevrouw VAN MIERLO is dankbaar voor de enquête, die onder
de bewoners van het Westeinde is ingesteld. Zij wist niet, dat er
nog een tweede enquête gehouden werd; ook van deze enquête zou
zij gaarne op de hoogte worden gesteld.
De heer RATTINK dankt de wethouder voor diens duidelijke uit
spraak inzake de prestaties van de woningbouwverenigingen. Deze
moeten inderdaad begrip hebben voor de moeilijkheden met betrek
king tot de bouwvolumen. Hij heeft het gevoel alsof de woningbouw
verenigingen min of meer een rem zouden zijn. De gemeente zal
echter de bouwvolumen niet onbenut moeten laten. Anderzijds ziet
spreker toch wel gaarne de woningbouwverenigingen zoveel moge
lijk ingeschakeld. Hij heeft van de wethouders begrepen, dat de
eerste jaren zoveel mogelijk pronto-woningen zullen worden ge
bouwd, waaraan het gehele bouwvolume zal moeten worden be
steed. Als dit zo is dan vindt spreker dit wel jammer, maar dan zal
hij er zich bij neerleggen, tenzij de mogelijkheid aanwezig is, dat de
woningwetwoningen van de gemeente door de woningbouwvereni
gingen kunnen worden overgenomen. Spreker meent dat dit voor het
woningnoodbureau met betrekking tot de kandidaten geen moeilijk
heden zal opleveren. Een tijdig inschakelen van de woningbouw
verenigingen acht spreker wel noodzakelijk. Indien echter de bouw
volumen in de eerste jaren inderdaad bestemd worden voor pronto-
woningen dan behoeven de bouwverenigingen niet te worden inge
schakeld. Een samenwerking van de woningbouwverenigingen voor
het onderhoud van de woningen kan zeer zeker gaan. Het is een
technische organisatie. Het college van burgemeester en wethou
ders gaat te ver met te zeggen, dat er één gemeenschappelijke admi
nistratie zou moeten zijn. Dit geeft geen voordelen. Als men in de
financiële sector een ervaren accountant heeft die de zaak beheert
is dit zeker goed. Spreker is niet voor een gezamenlijke admini
stratie.
De heer VERMEULEN zegt, dat de huur inderdaad niet door één
instantie wordt vastgesteld, maar door twee. Zijn vraag ging er om
of het mogelijk is een goedkope goede woning eventueel van een
afwijkend type te bouwen.
Het komt voor, dat bij krepeergevallen de mensen de nieuwe huur