28 NOVEMBER 1958
639
De heer VAN TOLEDO zegt:
Het antwoord van Uw college over het voorval bij het schilderen
in de Van Rijckevorselstraat kan mij niet geheel bevredigen. Het
stuk muur dat de schilder er uit trapte toen hij er op wilde gaan
staan, was vlak bij de muur van het huis en 2 meter bij het kozijn
van de poort vandaan. Als het voortdurend slaan van de poort de
oorzaak van het losgaan van het metselwerk zou zijn, hoe kan het
dan dat de bewoner van het pand met een stukje hout de specie
tussen de stenen in de schuur kan halen? Als hier voldoende toe
zicht op de kwaliteit van het werk was geweest, dan was dit naar
mijn mening niet mogelijk geweest.
De heer MOL merkt op, dat het uitbreidingsplan een levend orga
nisme is. Het is nog niet goedgekeurd of er zijn reeds wijzigingen.
Regelmatig zijn er nieuwe eisen, problemen en behoeften. Zie b.v.
het scholenprobleem in het Brabantpark. Het is belangrijk en nuttig
indien er een grotere flexibiliteit in de uitbreidingsplannen aanwezig
zou zijn.
Het is zoals de heer Kramers heeft gezegd; er zijn voorbeelden
aanwezig, dat middenstanders vastlopen, omdat ze de zaak niet
kunnen uitbreiden, of particulieren niet kunnen bouwen, omdat er
geen grond is gereserveerd. Spreker vindt dit een tekortkoming in
de uitbreidingsplannen. In de nieuwe uitbreidingsplannen zal hier
mede zeker rekening moeten worden gehouden en zullen flinke ter
reinen moeten worden gereserveerd om te zijner tijd aanvullingen in
de desbetreffende wijk mogelijk te maken.
De VOORZITTER kan de planologische opmerkingen van de heer
Mol onderschrijven. Inderdaad moet een uitbreidingsplan zijn flexi
biliteit kunnen blijven behouden. Het uitbreidingsplan moet zich
kunnen blijven wijzigen, ofschoon bij wijziging de hele procedure
weer opnieuw gevolgd moet worden. Men moet daar niet lichtvaar
dig over denken. Het is een afwegen van belangen; de raad moet
zelf weten te kiezen. Bestemming voor particuliere bouwers is inder
daad van belang. De moderne stedenbouw en gros heeft inderdaad
zijn bezwaren; ook de inzichten wijzigen. Mogelijk geven de groen
stroken nog enige reserve. Over honderd jaar zijn die mogelijk vol
gebouwd.
Met betrekking tot de Haven deelt spreker mede, dat aan de
dienst van openbare werken opdracht is verstrekt tot het maken
van een voorlopig schetsmatig plan voor de demping van de Haven
met een overdekte parkeerruimte. Burgemeester en wethouders
wachten dit plan af.
Wethouder JONGBLOED zegt dat bekeken zal worden of het
mogelijk is de desbetreffende trottoirs door te trekken zoals de heer
Mendes heeft gevraagd. Overigens meent spreker, dat we blij mo
gen zijn, dat hier en daar nog een braakliggend stukje terrein aan
wezig is. Het schoonhouden van de Aa of Weerijs en de Mark berust
bij de desbetreffende waterschappen. Alleen de provincie, die het
toezicht op de wateren heeft, kan de waterschappen manen om te
zorgen dat de wateren schoongemaakt worden. Spreker zegt toe
over deze aangelegenheid contact te zullen opnemen met de water
schappen.
Over de Kwakkelhutstraat kan spreker niet meer zeggen, dan in
het antwoord op het centraal rapport staat vermeld. Burgemeester
en wethouders zullen nagaan of aan de wensen van de sprekers tege
moet kan worden gekomen.