642 28 NOVEMBER 1958 50 of meer leerlingen veelvuldig voor. Dit alles komt de kwaliteit van het onderwijs zeker niet ten goede. En dan het tempo van de scholenbouw. Deze houdt geen gelijke tred met de toename van de bevolking, de uitbreiding van de steden. Dikwijls is het een puzzle om de gelden voor nieuwbouw te verkrijgen. Uit de staat welke Uw college zo vriendelijk was over te leggen, blijkt dat er in onze grote gemeente vanaf 1956 toen de kleuter onderwijswet in werking trad één kleuterschool is gereed gekomen, twee zijn er in aanbouw, drie wachten nog op realisering. Het g.l.o. staat er iets minder ongunstig voor. Van de sinds 1953 aangevraagde nieuwbouw kwamen vijf scholen gereed; vier moeten nog wachten. Maar met het u.l.o. is het weer bijzonder slecht ge steld. Van de sinds 1953 aangevraagde nieuwbouw zijn maar twee scholen gebouwd; zeven zijn nog niet aan verwezenlijking toe. In zijn totaliteit een zeer onbevredigende toestand. Hieraan wil ik direct toevoegen dat ik mij er van overtuigd houd dat Uw college dilligent is geweest en blijft. Een troost zo het al een troost mag heten is dat met ons vele andere gemeenten, groot en klein er even slecht voorstaan. Zag U, mijnheer de voorzitter, enkele weken geleden het T.V.-journaal U hebt nog uw werkkamer en de raad nog zijn zaal. Welk een tekort aan gymnastieklokalen is er in deze gemeente, mijnheer de voorzitter. Een schreeuwend tekort. Nu zijn er wel gronden aan te voeren waaruit de trage bouw van scholen en gym nastieklokalen te verklaren is, maar desondanks blijft een gevoel van onvoldaanheid. Mijnheer de voorzitter, in het antwoord op het centraal rapport zegt Uw college dat het voornemen bestaat binnen korte tijd de raad een nota te overhandigen met betrekking tot de situatie van de gymnastieklokalen. Ten zeerste hoop ik dat „binnen korte tijd" mag worden vertaald met „binnen enkele maanden". Mijnheer de voorzitter, ik zal gaarne vernemen of ik mijn vertaling goed heb gemaakt. Bij deze nota zou dan en ik meen dat dit zin heeft ook een verdeling in het gebruik der bestaande lokalen, waar mogelijk, tevens dienen te wor den bezien. Overigens, mijnheer de voorzitter, hoop ik dat de nota een bevredigende en financieel aanvaardbare oplossing zal brengen. Mijnheer de voorzitter, in de planning van kleuterscholen en scho len voor g l.o. in nieuwe stadswijken mis ik en met name in het Brabantpark een openbare kleuterschool, in Doornbos en Zuilen een openbare kleuterschool en eenzelfde lagere school. In het Bra bantpark zal een nieuwe openbare lagere school worden gebouwd. Dit is een 8-klassige school. In dit verband nu is mijn vraag waar mogelijk enige lokalen zeker voorlopig niet in gebruik zullen zijn, of in die lokalen niet een openbare kleuterschool kan worden gevestigd. Voor wat Doornbos en Zuilen betreft zou ik willen vragen of burgemeester en wethouders de wenselijkheid tot het stichten van openbare kleuter- en lagere scholen hebben nagegaan. Zeker Doorn bos zal uitgroeien tot een grote stadswijk. De verplaatsing van de be volking uit de binnenstad naar de nieuwe buitenwijken neemt steeds toe. De openbare school aan de Viandenlaan de instandhouding van die school werd in de vorige vergadering nog behandeld lijdt een kwijnend bestaan. Het leerlingenaantal is sinds 1953 met 34 gedaald en het is de vraag of we nu met 76 leerlingen op een constante grootte zijn aangekomen. De vraag rijst welke factoren het aantal leerlingen zo laag doen zijn, absoluut en relatief in vergelijking met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 642