646
28 NOVEMBER 1958
Er is ook gesproken over het kwijnend bestaan van de openbare
lagere school aan de Viandenlaan. Deze aangelegenheid heeft ook
gespeeld in de afdeling voor het onderwijs. Spreker zou deze materie
daar verder willen leiden.
Aan de oprichting van een ouderraad voor het kleuteronderwijs is
nog geen behoefte, temeer daar de minister nog naar een juiste be
stuursvorm zoekt voor de samenbundeling van de oudercommissies
van de openbare lagere en kleuterscholen. Spreker heeft geen be-
zWaar tegen het bezoeken van de scholen aan de raadsvergaderingen;
de leerlingen zijn van harte welkom. Een initiatief van burgemeester
en wethouders om de scholen te vragen een raadsvergadering bij te
wonen, moet echter niet worden verwacht. Inderdaad is dit jaar weer
een bedrag van 10.000,gestort in het Breda's Studiefonds. Van
derden zijn nog geen gelden ontvangen. In het dagelijks bestuur van
de stichting is deze zaak aan de orde geweest. Het ligt in de bedoeling
om b.v. bij de handel en de industrie in deze richting iets te onder
nemen. Spreker verzoekt de resultaten hiervan af te wachten.
Inderdaad zijn bij het provinciaal bestuur bezwaren gerezen tegen
plaatselijke studiefondsen. Dit betrof echter alleen de studiefondsen
van zeer kleine gemeenten. Spreker zegt even te hebben moeten den
ken, wat de heer Rattink bedoelde met „het gevaar van de gezond
heid van het college van burgemeester en wethouders". Burgemeester
en wethouders staan echter op het standpunt, dat als een raadslid
bepaalde gegevens vraagt,dan ook de overige leden daar recht op
hebben. De desbetreffende staat heeft voor alle raadsleden ter visie
gelegen; toezending van de staat aan alle raadsleden werd niet
nodig geacht. Bovendien zijn burgemeester en wethouders altijd be
reid via de afdelingen van de raad nadere inlichtingen te geven
aan de raadsleden.
De VOORZITTER heeft ook geen bezwaar tegen het bezoek van
scholen aan raadsvergaderingen; hij kan dit ook niet hebben omdat
de wet het toestaat. De vraag is wel welke leeftijd het meest geschikt
is. Spreker zou hierover niet graag een uitspraak doen. Ook is het
moeilijk om uit te maken van welke soort vergaderingen de meest
opvoedende waarde uitgaat.
De heer RATTINK is ervan overtuigd, dat burgemeester en wet
houders voor het onderwijs niet meer hebben kunnen doen, dan wat
zij gedaan hebben. Wat de mammoetwet betreft is spreker er zich,
van bewust, dat de uitvoering ervan veel geld zal gaan kosten. De
raad zal bereid moeten zijn om hiervoor de benodigde gelden te
voteren.
Wat betreft de planning van openbare scholen in de nieuwe wijken,
heeft spreker met belangstelling vernomen, dat de wethouder deze
zaak op de voet heeft gevolgd. Het verschil tussen burgemeester en
wethouders en spreker is, dat burgemeester en wethouders een appa
raat hebben om dit te onderzoeken en mitsdien een voorsprong op
hem hebben. Hij vraagt deze materie nauwkeurig op de voet te blijven
volgen.
Spreker zegt buitengewoon verheugd te zijn met de mededeling
dat voor 1959 urgentie is verleend voor de bouw van 3 nieuwe u.l.o.-
scholen. Ook van de toezegging dat binnen enkele maanden een nota
over het gymnastiekonderwijs tegemoet kan worden gezien, heeft hij
nota genomen.
Het bezoeken van scholen aan raadsvergaderingen stelt spreker
zich toch wel anders voor. Het initiatief zal moeten uitgaan van
burgemeester en wethouders; zij nodigen de scholen uit en de pauze