28 NOVEMBER 1958
651
kan worden aangewend. In het systeem van de wet kan daar niets
tegen gedaan worden.
Het gaat er dus niet om, dat een bedrag wordt vastgesteld voor
hetgeen een bepaalde school concreet nodig heeft; het bedrag moet
voldoende zijn om die uitgaven te doen, die nodig zijn voor een in
normale omstandigheden verkerende school; derhalve ook om uit
gaven te doen voor het godsdienstonderwijs, welk vak bij de meeste
bijzondere u.l.o.-scholen in deze stad als leervak op de lesrooster
voorkomt. De schoolbesturen hebben daarentegen de volledige vrij
heid om het bedrag naar eigen inzicht te besteden.
De heer RATTINK vindt het wel een droevige regeling. Hoe was
vroeger de toestand? Toen moest men, als men zelf geen openbaar
onderwijs had, voor de vaststelling van het bedrag per leerling te
rade gaan bij een soortgelijke gemeente, die wel dit soort van open
baar onderwijs had. Die clausule is er in de wet uitgegaan. In wezen
is de toestand echter gelijk gebleven. Wordt aan de u.l.o.-school geen
godsdienstonderwijs gegeven, dan krijgt de desbetreffende school te
veel vergoeding. Dit acht spreker niet juist. Inderdaad geeft de
exploitatievergoeding de bijzondere schoolbesturen een bepaalde vrij
heid. Overigens is het lang niet zeker, dat de kosten voor het gods
dienstonderwijs volledig uit dit bedrag kunnen worden betaald. In
verband met het eenmaal ingenomen standpunt dat het godsdienst
onderwijs vakonderwijs is, had getracht moeten worden de vergoeding
uit art. lOlbis betaald te kunnen krijgen. Er had op het besluit van
gedeputeerde staten een uitspraak van de Kroon moeten worden
uitgelokt.
Spreker wil over deze moeilijke materie geen stemming vragen;
hij zal zich bij het voorstel van burgemeester en wethouders neer
leggen.
15. Nijverheidsonderwijs.
De heer RATTINK vraagt of het aantal kandidaten van de school
voor scheepswerktuigkundigen dat geslaagd is voor het staatsexa
men Voorlopig Diploma al bekend is. De eerste uitslag is in vergelij
king met de vorige jaren vrij ongunstig. Dit kan zowel aan de leer
krachten als aan de leerlingen liggen.
Wethouder STUBENROTJCH zegt, dat de uitslagen van de her
examens nog niet bekend zijn. De eerste inderdaad vrij ongunstige
resultaten moet men nog niet te zwaar nemen. Het staatsexamen is
bijzonder lastig, terwijl bij het schoolexamen al een belangrijke schif
ting heeft plaats gehad. Ondanks dit, ondervinden vele leerlingen bij
het staatsexamen moeilijkheden.
Dit is bij ieder staatsexamen, omdat men niet geëxamineerd wordt
door de eigen leraar. Na dit staatsexamen kunnen de leerlingen naar
de machinistenschool in Rotterdam en Vlissingen, welke scholen op
leiden voor het machinisten-diploma voor de grote vaart. Is het
eerste succes dit jaar niet daverend, in het schooljaar 1955-1956 zijn
er van de 15 kandidaten 14 geslaagd. Spreker kan positief mede
delen, dat er niets aan het onderwijs op de school schort. De com
missie van toezicht volgt deze zaken steeds nauwlettend.
De heer RATTINK zou gaarne, als de herexamens achter de rug
zijn, weten hoe de totale uitslag dit jaar is geweest. Hij heeft er
kennis van genomen, dat de commissie van toezicht op het nijver-