28 NOVEMBER 1958 659 Me kwestie van de normen. Ik ben het volkomen eens met het standpunt van de wethouder, dat het aangeven van algemene normen, van een algemene formule m.b.t. de subsidiëring niet aan te geven is. De grote verscheidenheid van aard en doelstelling, financiële en organisatorische aspecten van de instellingen die op subsidie aan spraak maken, maken het onmogelijk gelijkluidende normen vast te stellen. Onvermijdelijk zal zijn dat men een differentiatie in de normen zal moeten toepassen. Er zijn tal van differentiaties Een bepaald bedrag per inwoner-per lid. Een bepaald percentage van het totaal der exploitatielasten. Een percentage dat verband houdt met door het Rijk vastgestelde subsidie. Het tekort op de exploitatie-rekening op basis va..n 100 En nog zovele andeie normen. Ik wil hier wel iets over zeggen. Ik heb dit trouwens al meermalen gedaan. Ie. In onze gemeentelijke subsidiëring kennen wij enkele gevallen van subsidiëring in het tekort op de exploitatie-rekening. Ik zal er een noemen, n.l. op volgno. 596h. de subsidie aan de commissie huishoudelijke voorlichting, waarbij ik voorop wil stellen dat ik deze werkzaamheden van uitermate groot belang acht. Een subsidievoorwaarde die recht geeft op het totaal van het exploitatie-tekort is naar gangbare opvattingen in de meeste geval len onbruikbaar. Deze subsidiëring geeft een te grote vrijheid aan particuliere in stellingen over de beschikbaar gestelde overheidsgelden. Deze sub sidiëring schept het gevaar dat de verantwoordelijkheid voor een deel van het exploitatie-tekort ontbreekt. Ik ben dus bepaaldelijk geen voorstander van een subsidiëring van 100 in het exploitatie-tekort. Ten aamzien van een subsidiëring die verband houdt met door het Rijk vastgestelde subsidies en waarover ik nog heb gesproken in de augustus-vergadering, bevestig ik nogmaals dat in deze subsidiëring bruikbare elementen zitten. Kortom, prioriteit in het subsidiëren en vaststelling van bruikbare normen zal de yoortdur ende aandacht moeten hebben van uw college, afdeling voor de subsidies en dit alles in nauw overleg met particu liere organisaties. Onze fractie-voorzitter, mr. -Bastiaansen, heeft ia. zijn algemenp bpspVinnyHnoon nm mn l.j.'i -inn glihriilmg nryi fUqi-flnnr beter te kunnen booordolon wolk ouboidio boloid in do tookomot diont to worden govolgd. Do wothoudor hooit toogonogd doge lijot to nullen overleggen, nl- hoowol wij or uiteraard met done lijot-neg niet zijn. Ik geloof dat wij er allemaal wol van ovortuigd zullen zijn dat hot ';nhsid)p--hpl°id een vrnngrtiik ir met kanton Het snlwidiëron door do ovorhoid hooft da laatcto jaren oon grote ontwikkeling doorgemaakt. Ook van do zijdo van do gomoontolijke ovorhoid. Tor geruototolling van do heren Minderhout! en Kroon zij meée- gadeeld dat hot nioh laat annalen dat dcae ontwikkeling nog lang niot ton oindo io. Onmiddellijk moot ik er aan toevoegen dat zij hot - subsidie-bolcid zoor objectief-benaderen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 659a