28 NOVEMBER 1958 663 satie van dit alles niets met zekerheid te zeggen valt, lijkt het juister rustig door te gaan met voorbereidingen, zonder te veel in de publi citeit te treden. Laat Breda indien mogelijk zich aan de werkelijkheid overgeven en niet in utoperen begeven. Ten aanzien van de bouw van een nieuwe schouwburg merkt spreker op, dat er gemeenten zijn die al 30 of 40 jaren schouwburg problemen hebben. Laat burgemeester en wethouders rustig door werken en een en ander aan de openbaarheid prijs geven als de kans van realisatie mogelijk is. Overigens is er wel een verschil tussen een schouwburg voor de gemeente Etten en een voor de gemeente Breda. Dat er geen nieuwe voorstellen komen, zoals de heer Mendes heeft gesteld, moet gezien worden tegen de financiële achtergrond. In het afgelopen jaar zijn burgemeester en wethouders financieel niet in staat geweest om terzake iets te ondernemen. Spreker kan de heer Mol volgen als deze zegt, dat na,ast bijzondere krachtsinspanning voor de woningbouw dit ook op het cultureel gebied moet worden gedaan. Het afgelopen jaar is door studie het culturele programma verder gebracht. Spreker hoopt dat in 1959 aan de raad bepaalde concrete objecten kunnen worden voorgesteld. Ten aanzien van het Zuidelijk Toneelgezelschap „Ensemble" deelt spreker mede, dat het aantal voorstellingen in het zuiden miniem is geweest. Het Zuidelijk Toneel is met een vaste bedoeling in het leven geroepen. Het moet voor de heer Mendes een teken zijn, dat getracht wordt om nog niet meer achterstand op dit gebied te ver krijgen. Andere gezelschappen krijgen naast het rijkssubsidie ook subsidie van de steden in het westen; daardoor komen steeds minder voorstellingen in de periferie. Het Zuidelijk Toneel en de toneelgroep Theater moeten meer vaste voet gaan krijgen. Er zijn echter be lemmerende omstandigheden. Het schouwburgpubliek is hier ver wend en wil de kat uit de boom kijken. Voor de toekomst moeten we er echter voor het zuiden bij zijn. Met de heer Kroon is spreker het eens: het aantal voorstellingen van Ensemble moet zoveel mogelijk worden bevorderd. Men moet echter het systeem van de uitkoop- vereniginsren niet doorkruisen door het geven van vrije voorstellingen. Het moet in ieder geval niet gebeuren zonder overleg met deze uit koopverenigingen. Het gezelschap Ensemble heeft veel betere kritiek dan het Zuidelijk Toneel; er is bepaaldelijk wel aanleiding voor om op de ingeslagen weg voort te gaan. Ten aanzien van de verdeling van het subsidie aan de Bredase uitkoopverenigingen heeft de heer Mendes gezegd, dat hij het ook jammer vindt, dat het volledig rapport van de toneeladviescommissie niet meer voor de hele raad beschikbaar is. Dit komt omdat dit een bepaalde werkmethode voor de raad betreft; de heer Mendes heeft alle gelegenheid om er in de afdeling voor de subsidies op terug te komen. Met betrekking tot de opmerkingen inzake het herstel en de aankoop van kunstwerken verzoekt spreker de voorstellen van burgemeester en wethouders terzake af te wachten. Het aanleggen van een register voor kunstbezit zal worden overwogen. Spreker is dankbaar voor de lof, gebracht aan de directeur van De Beyerd. Hij vindt het jammer, dat de heer Mendes enerzijds diens ontevreden heid heeft betuigd; van de andere kant heeft deze toch nog een ge matigd optimisme. Voor de toekomst is spreker toch wel gerust. Inderdaad is het zoals de heer Nieuwlaat heeft gesteld; De Beyerd wordt nog niet door de massa bezocht. De massa zal dit eerst aan spreken, als allereerst de jeugd hiervoor is gewonnen. Het is ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 663