28 NOVEMBER 1958
665
de beschikbaarstelling van velden, met het verzoek een oplossing te
geven op de zaterdag daaropvolgende. Inderdaad is het toernooi
oelangrijk voor de jeugd. Indien er echter geen velden zijn moet men
met een noodoplossing genoegen nemen. Het is dan jammer, dat men
lakoniek de mededeling krijgt, dat om pedagogische motieven op het
aanbod niet kan worden ingegaan. Niels is spreker liever, dan dat de
Bredase jeugd in de paasvakantie kan voetballen. Hij zal in ieder
geval trachten de organisatie het volgend jaar te helpen.
Wethouder JONGBLOED deelt mede, dat zodra het terrein in de
Emer vrij komt, er zo spoedig mogelijk volkstuinen zullen komen. Of
er gebouwtjes op geplaatst zullen kunnen worden is spreker in dit
stadium niet bekend. De volkstuintjes in de Dirk Hartogstraat zuilen
mogelijk wel blijven, terwijl van de tuintjes nabij de Oranjeboom-
stiaat wel wat zal worden afgenomen. Spreker meent, dat de ach
terstand geleidelijk wei zal worden ingelopen; het college is terzake
diligent.
Wethouder ROMSOM zegt, dat de nationale organisatie van de
commissie huishoudelijke voorlichting van het ministerie van maat
schappelijk werk jaarlijks een bedrag krijgt om het werk op gang te
brengen in die plaatsen, waar de commissie huishoudelijke voorlich
ting nog niet werkt. De landelijke stichting geeft dan een start
subsidie; dit heeft Breda ook over enkele jaren ontvangen. Nu is het
zover, dat de landelijke stichting zegt, dat in Breda de zaak goed
loopt en de startsubsidie stop zet. Het gemeentebestuur is echter
overtuigd, dat dit werk onder de armsten der armen niet mag worden
stopgezet en zelfs zal moeten worden uitgebreid.
Het werk van de commissie huishoudelijke voorlichting te Breda
kan de kiitiek weerstaan; het is een der beste in den lande. De kosten
van het werk zijn uiteraard hoger dan het bedrag hetwelk in de
begroting is geraamd, omdat vele kosten, o.a. salaris van de leraren
vallen onder het subsidie-verband van de nijverheidsonderwijswet, via
de huishoudscholen. Getracht wordt om de kosten die niet onder het
nijverheidsonderwijs vallen, zo laag mogelijk te doen zijn. Door een
persoonlijk bezoek van spreker aan het ministerie van onderwijs,
kunsten en wetenschappen te Den Haag is getracht om toch nog
meer rijkssubsidie los te krijgen. De desbetreffende kosten kunnen
volgens de voorschriften onder geen enkel ministerie worden onder
gebracht. Toch is nog van de landelijke stichting over de jaren 1956,
en 1957, resp. 1.707,94 en 2.500,toegekend ter dekking van de
nadelige saldi van de plaatselijke stichting. De raad moet niet af
wijzend staan tegenover de subsidiëring. Na afloop van ieder jaar
moet door de plaatselijke commissie huishoudelijke voorlichting een
accountantsrapport worden overgelegd, zodat de besteding van de
gelden kan worden nagegaan.
Spreker hoopt, dat door toekenning van het gemeentesubsidie het
werk zal kunnen worden voortgezet.
De heer MENDES dankt de wethouder voor zijn uitvoerige uiteen
zetting. De wethouder heeft wel niet alle vragen beantwoord, doch
dat neemt spreker hem niet kwalijk. De wethouder heeft hem beter
begrepen dan de heer Mol. De heer Mol begrijpt niet waarom spreker
niet tevreden is. Hij stelt nadrukkelijk, dat hij gezegd heeft, dat ge
zien de korte tijd van het werk en de financiële omstandigheden in
acht genomen, de huidige situatie niet onbevredigend is te noemen.
Over het geheel heeft spreker echter een kritischer en een pessimisti
scher geluid laten horen, dan vorige jaren. Hij heeft ook gezegd te