16 DECEMBER 1958 677 CATJLIL, H. J. C. COSIJN, C. A. VAN DUIJL, C. VAN DEN EEDEN, N. W. C. VAN GISBERGEN, K. VAN HOUTEN, G. F. HULSKRAMER, J. J. KAMPHUIS, D. J. A. KRAMERS, A. KROON, F. J. MELZER, A. MENDES, J. A. MEIJS, F H. M. MOL, P. F. C. NIEUWLAAT, F. P. VAN DE NOORT, J. H. M. QUA- DEKKER, A. J. A. RATTINK, A. P. ROMSOM, drs. G. C. STU- BENROUCH, H. VAN TOLEDO, J. F. V. VERMEULEN, J. VER SCHUREN, drs. P. VIS, drs. N. H. ZIJTREGTOP. Afwezig: de heren wethouder A. JONGBLOED, mr. B. W. M. DRION, G. MINDERHOUD en mr. E. H. TOXOPEUS. Voorzitter: de heer mr. dr. C. N. M. KORTMANN. Secretaris: de heer mr. Ph. I. E. VAN WOENSEL. De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit, waarvan de tekst is opgenomen in artikel 10 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad. Bericht van verhindering is binnengekomen van de heren wethou der A. Jongbloed en G. Minderhoud. De VOORZITTER deelt mede, dat de heer Vis gevraagd heeft om het woord te mogen voeren in verband met het door burgemeester en wethouders gegeven antwoord op een vraag van de heer Qua- dekker inzake de bescherming van de schooljeugd in het verkeer. De heer Vermeulen heeft verzocht het woord te mogen voeren in verband met het ter visie gelegde schrijven van de afdeling voor juridische aangelegenheden betreffende de invoeging van interne richtlijnen in de verordening ing. art. 4, le lid, der woonruimtewet. Spreker meent dat deze stukken in het reglement van orde niet duidelijk kunnen worden geplaatst het gaat hier noch om voor stellen, noch om een interpellatie. Hij stelt voor beide leden gelegen heid te geven over de genoemde zaken het woord te voeren. Hij zou echter niet gaarne in deze vergadering de discussie hierover willen openen. De heer VERMEULEN is het niet helemaal eens met de voor zitter. Hij heeft een voorstel binnen de door het reglement van orde voorgeschreven tijd ingediend en zou dus kunnen verwachten, dat dit thans ter sprake wordt gebracht. Overigens kan spreker zich wel met de zienswijze van de voorzitter verenigen dat de discussie tot een volgende vergadering wordt uitgesteld. De VOORZITTER zegt dat het voorstel niet in het schrijven staat, maar in het stuk, dat de heer Vermeulen wenst voor te lezen. De heer VERMEULEN zegt dat zijn voorstel gaat over het woon- ruimtebeleid van burgemeester en wethouders. Volgens spreker eist het reglement van orde niet dat de discussie hierover in de volgende raad plaats vindt. Hoewel hij met het voorstel van de voorzitter akkoord gaat meent hij toch niet in strijd met het regle ment van orde te hebben gehandeld. De VOORZITTER heeft niet gesproken over strijd met het re glement van orde, doch alleen gezegd dat de ingediende stukken niet in het reglement passen. Het reglement van orde kent: 1. de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 677