16 DECEMBER 1958
681
Artikel 2.
a. Het gemeentelijk subsidie bedraagt:
1. een derde van de bruto-uitgaven voor salaris ten behoeve van
de wijkverpleegsters;
2. een derde van de bruto-uitgaven voor salaris ten behoeve
van de kraamverzorgsters, zowel voor de interne kraamver-
zorging als voor de wijkkraamverzorgsters;
3. een derde van de bruto-uitgaven, verbonden aan de exploi
tatie van een door de betrokken provinciale kruisvereniging
erkend consultatiebureau voor zuigelingen;
4. een derde van de bruto-uitgaven, verbonden aan de exploi
tatie van een door de betrokken provinciale kruisvereniging
erkend consultatiebureau voor kleuters.
5. een derde van de bruto-uitgaven, verbonden aan de bestrij
ding van de tuberculose, met dien verstande, dat de kosten,
verbonden aan de uitzending van tuberculoselijders buiten
beschouwing blijven.
b. Naast de bijdragen, genoemd in artikel 2a, kunnen bijdragen
worden toegekend voor andere door de verenigingen op het ge
bied van de gezondheidszorg getroffen voorzieningen indien
deze door de raad ais zodanig erkend zijn. De hoogte van deze
bijdragen wordt eveneens door de raad vastgesteld.
Artikel 3.
De uitgaven, bedoeld in artikel 2a onder 1 en 2, worden berekend
met inachtneming van de normen, zoals deze thans zijn vastgesteld
of nader zullen worden geregeld in de desbetreffende beschikkingen
van rijkswege.
In artikel 7 sub c wordt in plaats van „burgemeester en wethou
ders" gelezen „de raad"
De heer VAN BOXTEL is erkentelijk voor het tegemoetkomen
van burgemeester en wethouders aan de verlangens, welke in de
subsidiecommissie zijn geuit.
Overeenkomstig het voorstel wordt besloten, met inacht
neming van genoemde wijzigingen.
13. Subsidieregeling organen van samenwerking voor het maat
schappelijk werk en uitvoerend algemeen maatschappelijk werk.
De heer NIEUWLAAT zegt het volgende:
Het verheugt mij, mijnheer de voorzitter, dat Uw college met een
subsidieregeling is gekomen ten behoeve van de samenwerkings
organen en de uitvoeringsorganen van het algemeen maatschappe
lijk werk. Het is te hopen dat deze subsidieregeling moge leiden
tot een gezonde uitgroei van het algemeen maatschappelijk werk
in onze stad, speciaal ook met betrekking tot de coördinatie van de
verschillende vormen van maatschappelijk werk. Speciaal leg ik hier
de nadruk op een gezonde uitgroei, omdat ik ten aanzien daarvan
in het algemeen en ook voor de stad Breda enkele vraagtekens zet,
die Uw college naar mijn opvatting niet onberoerd mag laten.