16 DECEMBER 1958
689
Wethouder ROMSOM antwoordt dat dit inderdaad moet worden
afgewacht.
Overeenkomstig het voorstel wordt besloten.
43. Onteigening in het uitbreidingsplan „Kadijk 1956".
44. Grondverkoop aan A. C. J. van Boxsel.
45. Reconstructie gedeelte Oranjeboomstraat.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.
46. Aanleg bestrating voor het winkelcentrum „Brabantpark B".
De heer MOL verheugt zich over dit voorstel, omdat bij realise
ring daarvan wat meer dan de gewone aandacht besteed wordt aan
het straatvlak. Uit het voorstel blijkt dat het krediet gedekt wordt
door de grondprijs welke de betrokken aannemer betaald heeft. Nu
deze bestrating op voordelige wijze verkregen wordt zou spreker
willen voorstellen nog iets meer te willen doen door het aanbrengen
van een extra verfraaiing. Hij adviseert daarom een extra krediet
van 10.000,uit te trekken.
Wethouder MEIJS meent dit voorstel te moeten ontraden, hoe
wel deze extra injectie niet onaardig is. De nu geraamde kosten
zijn inderdaad in de grondprijzen verdisconteerd, doch als er nu
10.000,extra wordt uitgetrokken dan moeten deze uit de alge
mene dienst worden gedekt. Dit is momenteel af te raden. Het lijkt
doenlijk de suggestie van de heer Mol in petto te houden; bij een
herziening in de toekomst zou dit nog eens kunnen worden over
wogen.
De VOORZITTER merkt op dat over dit agendapunt in de af
deling voor openbare werken toch reeds overeenstemming is ver
kregen. Hij begrijpt daarom dit voorstel niet goed.
De heer BASTIAANSEN zegt dat in de afdeling voor openbare
werken een opmerking is geplaatst over de methode van bereke
ning. Daarop is een rectificatie gegeven. Spreker had verzocht
daarvan in het preadvies melding te maken, doch dit is niet ge
beurd. Dit verbaast hem.
De VOORZITTER memoreert dat in de exploitatieopzet het voor
liggende plan is verwerkt, zodat daarvan wordt uitgegaan. Nu zou
den er nog kosten ten laste van de algemene dienst moeten worden
gemaakt. Dit is te ontraden.
De heer MOL meent het niet getroffen te hebben nu de wethou
der van financiën optreedt als vervanger van zijn collega voor
openbare werken. Het is zijn aard om zuinig te zijn.
De VOORZITTER handhaaft het voorstel van burgemeester en
wethouders.
Hierna wordt het voorstel aangenomen.