15 JANUARI 1958
69
gevens van de gemeenten Eindhoven en Tilburg. De begroting van
de eerstgenoemde gemeente sluit zonder een aanvrage om subjectieve
verhoging. Tilburg heeft een geraamd begrotingstekort van
893.193,Houd ik voor de genoemde gemeenten in de vergelijking
rekening met het volle bedrag der aangevraagde subjectieve verho
ging en deel ik deze bedragen door het aantal inwoners, dan hebben
de genoemde gemeenten voor een sluitende begroting op dit moment
behoefte aan een algemene uitkering op basis van het huidige uit
keringspercentage van:
Dit toont aan, dat in vergelijking met genoemde plaatsen een
volledige honorering van de door ons thans aangevraagde verhoging
ons aardig in de rij zou brengen. Een volledig toestaan daarvan en
een omzetten in een verhoging van het basisbedrag zou voor Breda
neerkomen op een verhoging van dit basisbedrag met ca. 20,
per inwoner, waardoor het basisbedrag op ca. 55,5 per inwoner
zou komen, hetgeen na Arnhem 58,30 en vóór Nijmegen 52,51
dan het tweede hoogste bedrag zou zijn voor de in het voorafgaande
genoemde grote gemeenten. Of dit zo is hangt uiteraard af van de
omstandigheid of door deze andere gemeenten eveneens nog en tot
welke hoogte, aanvragen zijn ingediend voor subjectieve verhogingen.
Toch meen ik uit het voorafgaande te mogen afleiden dat ons
uitgavenpeil, zoals dit is vastgelegd in deze begroting, geleidelijk
aan komt te liggen op eenzelfde niveau als dat van vergelijkbare
gemeenten.
Het is voor mij zelfs de vraag of wij niet reeds heen zijn over
het peil waarop de nieuwe financiële regeling, zoals deze is uitge
werkt in het rapport van de zgn. commissie Oud, ons volgens de
daarin geldende objectieve normen een sluitende begroting kan geven.
Bij de begrotingsbehandeling 1957 deelde Uw college reeds mede, dat
een globale becijfering had aangetoond, dat toen reeds onze behoefte
aan dekkingsmiddelen groter was dan de regeling Oud ons volgens
objectieve normen zou hebben verschaft. Het is niet aannemelijk,
dat het accres in de uitkering groter zou zijn geweest dan de toe
name van ons tekort aan dekkingsmiddelen t.o.v. 1957. De uitzetting
van het budget is nl. belangrijk groter dan door U in de nota van
aanbieding wordt becijferd. Daarin wordt nl. geen rekening gehouden
met het thans hogere uitkeringspercentage t.o.v. 1957. Tesamen met
de grotere toename van het tekort zoals dit is geworden na eerste
begrotingswijziging is onze behoefte aan dekkingsmiddelen voor deze
begroting ruim 1,9 mill, groter dan voor 1957 het geval was.
Samenvattend meen ik te mogen stellen, dat wij het moment gaan
naderen waarop van achterstand in het normbedrag voor de alge
mene uitkering in vergelijking met andere gemeenten van een gelijke
omvang, moeilijk meer zal kunnen worden gesproken.
Daarbij ga ik er van uit, dat de door ons aangevraagde subjectieve
verhoging tot het volle bedrag in een normuitkering zal worden om
gezet.
Hier begint, mijnheer de voorzitter, mijn onbehagen omdat het
m.i. vast staat dat dit nieuwe normbedrag dan nog niet voorziet voor
de enorme niet rendabale investeringen, waarvoor Breda in de
nabije toekomst staat. Het is eigenlijk overbodig deze investeringen
in dit gezelschap alle met name te noemen; zij zijn voldoende bekend.
Een greep eruit echter kan misschien toch nuttig zijn voor de ge
dachtebepaling. Ik noem daarom als zodanig alle kosten welke ver-
Breda
Tilburg
Eindhoven
107,per inwoner
97,—
107—