78 15 JANUARI 1958 aan wensen! Dat is niet geheel redelijk, en dit brengt de belasting betaler tot wanhoop. Men moet beginnen met eerst zelf activiteiten te ontwikkelen, vóór men subsidie vraagt. Dat is degelijker en ge zonder. We zien nu nog te veel de figuur vaneen stichting of vereniging-... een rijksdaalder voor postzegels op de aanvragen... eerst een startsubsidie... een vaste subsidiëring! Wat een brave organisatoren! Als ik de verschillende verzoeken om subsidie uit de gemeentekas in ogenschouw neem, dan denk ik nog wel eens terug aan vroeger, toen iedereen met zoveel minder tevreden en vaak gelukkiger was. Toen dacht men er veelal niet aan om subsidie te vragen, doch hielp zichzelf, zij het met bescheiden middelen. Men wist zich te helpen, omdat er liefde, warmte en overtuiging achter stond. Ik herinner om maar een voorbeeld te noemen aan het geploeter van zovelen om geld te verzamelen voor het christelijk onderwijs. Het ging om ideële dingen en er werden offers gebracht door hen, die vaak niet met aardse goederen waren gezegend. Vandaag durft men voor een hobby aan te kloppen bij de overheid om financiële hulp en men is ontstemd als de gemeente „neen" zegt. Zonder overheidshulp zou nog veel tot stand gebracht en bereikt kunnen worden, als men iets meer voor zijn hobby over had. Offers behoeven niet gebracht te worden, doch meer uit eigen zak betalen, zal de liefde voor het doel doen toenemen. Funest is het, dat zovelen waaronder ook de jeugd zo weinig zelf weten op te brengen en liever aanspraak maken op gemeente-subsidie voor hun vereniging of stichting. Tus sen de wieg en het graf moet zich de overheidshulp uitstrekken om alle mogelijke en misschien ook wel onmogelijke facetten van het maatschappelijke leven in stand te houden. Deze methode werkt daarom zo fnuikend, omdat subsidies worden aangevraagd door or ganisaties, omdat andere organisaties zulks ook vragen en ontvangen van de overheid. Als zij het vragen, waarom zullen wij het dan niet doen: ons werk is ook belangrijk, onze leden betalen ook belasting! Doordat men soms nog al vrijgevig is met het verlenen van sub sidies denkt de doorsnee mens: „waarom zal ik die organisatie nog steunen, als de gemeente toch subsidie geeft." Mijn conclusie is dat subsidie vaak te gemakkelijk gevraagd en ook gegeven wordt. Al te letterlijk vat men tegenwoordig het begrip „particulier initiatief" op. „Particulieren" moeten niet slechts het „initiatief", de oprichting ter hand nemen van aangelegenheden waarvoor zij zich warm maken, doch deze „particulieren" moeten ook de „exploitatie" financiëel organiseren zonder direct naar de over heid dus de gemeente te lopen, om steun. Uit een en ander blijkt, dat, nu wij aan het bestedingsbeperken zijn, de subsidies tot het hoogst nodige moeten worden verleend en nieuwe subsidies voorlopig moeten wachten op verwezenlijking tot de gemeentekas zulks weer toelaat. Subsidies voor aangelegenheden, die het algemeen belang niet dienen, moeten dan ook geheel achter wege gelaten worden. Men zal zijn geld, dat men voor auto's, bromfietsen, televisietoe stellen of buitenlandse vakantiereizen uitgeeft, voor andere doelen moeten bestemmen, wil door de bestedingsbeperking het gewenste resultaat worden bereikt. Ik ben er geen voorstander van om al het genoemde af te schaffen, zeker niet maar wel zal een beperking - vandaar dat ook gesproken wordt over bestedingsbeperking nodig zijn. Eenmaal zal ook deze mist weer optrekken, doch zolang de mist hangt, zal beperking, dus bezuiniging, nodig zijn. De regering heeft thans de bouw van de woningwetwoningen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 78