15 JANUARI 1958 81 niet aanwezig kon zijn. Jammer, want daarna horen de fractievoor zitters ook niet meer wat er besproken is. Hebben wij vorig jaar bij de begrotingsbehandeling ons mede leven moeten uitspreken ten aanzien van het onderdrukte Hongaarse volk, thans zijn wij helaas genoodzaakt hetzelfde te doen ten aan zien van onze landgenoten in Indonesië. Ook daar wordt het recht met voeten getreden en waarschijnlijk om oorzaken, die door de Indonesische regering maar worden voorgewend. Niemand der Indo nesische Nederlanders heeft enige schuld en om wraak te nemen op onze regering, worden zij door de Indonesische regering uitgewezen. Wij willen medewerken om deze repatrianten zo liefdevol mogelijk te ontvangen, al kunnen wij en ook anderen hun niet het ge roofde vergoeden. Verdreven, soms uit hun geboorteland, zullen de verdrevenen zich moeten aanpassen aan zeden en gewoonten in ons land en zullen zij node hun warme tropenzon missen. Het zal voor velen van deze mensen niet gemakkelijk zijn. En dit zal dan de laatste begrotingsbehandeling zijn in de afge lopen 5-jarige periode. Ik zal me niet verdiepen in alles wat deze periode ons tot heden heeft gebracht. Laat ik mogen volstaan met het college van burge meester en wethouders onze dank te brengen voor al datgene, wat zij, onder vaak moeilijke omstandigheden, in het afgelopen jaar hebben verricht, in het belang van Breda. Ook gaat onze dank uit naar de ambtenaren, die ons steeds hebben willen voorlichten, als wij hun hulp inriepen. Tot slot onze dank aan al onze. medeleden in deze raad voor de prettige verstandhouding en de vriendelijke omgang. Wij beloven U, ook in het nog resterende deel van deze periode van 5 jaar, om, onder Gods Zegen, datgene te doen wat bevorderlijk is voor de gemeente Breda. De heer TOXOPEUS zegt: Mijnheer de voorzitter, Er wordt wel eens gezegd dat wij leven in de eeuw van het kind, mogelijk is dat zo. Doch er wordt ook gezegd dat wij leven in de tijd van de economen. Ik heb een groot respect voor deze mensen en voor de economische wetenschappen. Ik betreur het echter dat deze wetenschap beheerst wordt door het politieke inzicht. Een socia listisch econoom denkt nu eenmaal anders dan een liberaal eco noom, zodat de zaak dan vanuit twee gezichtspunten wordt beoor deeld. Er zijn dus verschillende wegen die naar hetzelfde doel leiden. Het kost de grootste moeite om de juiste weg te vinden. Ik heb het gevoel te varen in een dichte mist. Ik gevoel me niet gelukkig in die mist. Eenzelfde gevoel heb ik ten aanzien van de gemeente begroting. Naarmate de begroting der gemeente Breda op een hoger eindbedrag komt, groeit ook de omvang van de schriftelijke voor bereiding der begrotingsbehandeling. Ik geloof dat het laatste feit slechts ten dele een gevolg is van het eerste en dat Uw college steeds meer tegemoet komt aan de wens van de raad, om de schriftelijke voorbereiding zo afdoend mogelijk te doen zijn. Ik waardeer die uitvoerigheid zeer en wil er van zeggen, dat zij behoort te strekken tot een bekorting van de mondelinge discussies. Gaarne herhaal ik wat ik reeds eerder heb betoogd: dat de behan deling van de begroting beperkt dient te blijven tot de grote lijnen van het gemeentelijk bestuursbeleid. Ik wil pogen mij aan deze gedragslijn zelf te houden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 81